Yvonne van Houten.
Yvonne van Houten. Foto: H. de Vries

Er werd eerst voor het vee gezorgd

Algemeen Evacuatie 1995

Het is maandag 30 januari. Wie normaal naar zijn werk zou gaan, heeft nu andere prioriteiten. Er is een dringend evacuatieadvies uitgegeven en iedereen uit Maas en Waal dient te vertrekken en een onderkomen elders te zoeken. Het gebied is niet veilig, omdat het water van de Waal blijft stijgen. De dijken kunnen het begeven. Meters water kan er komen te staan op enkele plekken in het gebied. Gelukkig hielden de dijken het water tegen. Maar de schrik zat er goed in bij de mensen. De Maas&Waler sprak Yvonne van Houten, die ten tijde van de evacuatie als twaalfjarige het gebied verliet samen met haar broer. Haar ouders bleven achter om voor het vee te zorgen.

'Ik was destijds twaalf jaar oud, maar ik begreep wel wat er op dat moment aan de hand was. Alleen beleefde ik alles door kinderogen en in kinderperspectief. Mijn ouders waren op dat moment druk met het vee. Er waren duizenden kippen die geladen moesten worden en tientallen schapen. De jongens die normaal hielpen met het laden van de kippen, waren zelf ook aan het evacueren. Met vrienden en familieleden, die nog nooit een kip vastgepakt hadden, werden de kippen moeizaam geladen. Ook de schapen moesten weg. Deze werden in Lith opgevangen. Ze stonden in een veel te kleine natte wei. Het was echt een blubberbende.'
Thuis in Maasbommel werd er door mijn ouders eerst voor het vee gezorgd, daarna pas voor de huisraad. Ik moest samen met mijn broer eerder weg uit het gebied. We werden opgehaald door een vriend van mijn ouders. Het was een vriendelijke man, maar toch gek! Als je je bedenkt dat je jouw kind van twaalf alleen laat vertrekken. Ik moet er niet aan denken. We werden opgehaald en zaten samen op de achterbank met de hond in het midden. Achter de auto rammelde de diepvries op de aanhanger. We reden het erf af en er stond dat we niet over de dijken mochten rijden. Toch deden we dat. Ik vond dat erg spannend, want we deden iets wat eigenlijk niet mocht. Onderweg kwamen we niemand tegen. En ik weet nog dat ik naar het water in de Maas keek en dat het enorm hoog stond. Die hele week sliepen we in Lith. In die week waren opa en oma ook nog eens veertig jaar getrouwd. Alles was al geregeld; de kerk, de zaal en het eten. Maar niemand was in de feeststemming, dus is het geannuleerd.'

'Het was eigenlijk best wel een fijne week geworden. Ik hoefde niet naar school en in de achtertuin in Lith voeren we vanwege het hoge water met een roeiboot door de wei! Papa zat bij de vrijwillige brandweer en bleef achter in Maasbommel. Die hebben we niet veel gezien die week. Uiteindelijk nadat we terugkeerden in ons dorp, werd het feest van opa en oma alsnog gevierd.'

Door Hanneke de Vries - Hoefnagel