Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Column Bas van der Hoeven

Column

Salvatore

Ik was een jaar of dertien. We zaten op zondagmiddag aan het traditionele soepvlees met zuur. De radio stond aan. Plotseling lieten mijn zes zussen hun lepels vallen, stonden op en hingen als een klont bronstige bijen aan de houten radiokast. Adamo zong. Ik had net een paar maanden Franse les, maar begreep niets van de tekst. Mijn zussen ook niet, maar dat weerhield ze er niet van luid mee te blèren:

Voe permuttee musjeu,
Kusjum prante votre fieje.
Ee bjen kiel me soerieje,
Sje san bjen kiel se mee fieje.

Kort daarvoor was Salvatore Adamo op televisie geweest. Bij Voor de vuist weg, een populaire show gepresenteerd door Willem Duys. Daar zong hij met aangenaam hese stem bovenstaand lied, dat Vous permettez monsieur bleek te heten. Ook zijn zusjes zongen het refrein luidkeels mee. Heel Nederland smolt voor de zanger, die er ondanks zijn Siciliaanse afkomst betrouwbaar uitzag. Hij schreef zijn liedjes zelf en staat nog steeds te boek als de bestverkopende Belgische artiest aller tijden.

De zanger verdween al snel uit mijn leven. Hij moest het muzikale veld ruimen voor ruigere types. Vorige week was hij er weer. In Tivoli Utrecht. Op uitnodiging van mijn vriendin, een idolate fan die de zanger een paar keer beroepsmatig heeft geïnterviewd in zijn kasteel, zat ik in de zaal.

Adamo, eens een charmante jongeling, is nu een charmante ouderling. Achter de zanger stond een band die ietwat plichtmatig een muzikale basis voor zijn sleetse zangkunst legde. Tussen de liedjes door vertelde Adamo in gebroken Nederlands waar ze over gingen. Zijn Nederlands is slechter dan mijn Frans, dus daar kreeg ik weinig van mee.

Maar... het was een fantastisch concert! Dat kwam door de vrouw naast me die straalde als een meisje. Ze was weer jong dankzij Adamo.

Merci bien Salvatore.