Jeugdhardloopster Aafke Wijkmans loopt in de kijker

WAMEL – Hardlopen, dat zit bij de twaalfjarige Aafke Wijkmans in het bloed. Ze komt uit een echte atletiekfamilie. Vader loopt hard, moeder loopt hard, haar twee zussen en broertje lopen hard. Opa was vroeger ook een atleet. Hij kon onder andere goed discuswerpen en kogelslingeren.

Aafke loopt niet naast haar schoenen, ook al is ze supersnel met hardlopen. Haar persoonlijke record op de 1.000 meter is 3:24:15. Zij traint een paar keer per week bij atletiekvereniging Astylos in Tiel op de baan. Aafke traint mee met de middenlange-afstandsgroep, de MiLa-groep voor de jeugd en doet aan steeple (hindernisloop). Verder traint zij wekelijks samen met haar familie op de dijk en doet mee aan diverse wedstrijden.

Aafke: 'Het fijnste van hardlopen vind ik dat je tijd hebt voor jezelf en ik vind het heerlijk om even uit te waaien. Soms denk ik weleens voordat de wedstrijd begint 'waar ben ik aan begonnen?', maar als je dan hardloopt en de wedstrijd uitloopt, is het fijn.' Verder zit Aafke beslist niet stil naast het hardlopen. Ze zit in het eerste jaar van het vwo op het Pax Christi Junior College in Beneden-Leeuwen. Bij Unitas'28 is ze een van de teamleden van MO13, dat dit jaar al twee keer kampioen is geworden. Ook is Aafke aan het trainen bij de dansgarde van de Gierponters. En of dit niet allemaal genoeg is, doet ze graag aan canicross. Met een hond lekker crossen over een parcours en dan de snelste tijd proberen te halen. Dat is gelukt door Nederlands kampioene te worden. Aafke: 'Hierdoor heb ik geleerd om soepeler te lopen en om langer een tempo vol te houden, want die hond die trekt wel.'

Op de vraag wat haar plannen zijn voor de toekomst, antwoordt Aafke: 'Mijn eerste doel is om binnenkort het Astylos clubrecord van 3:23:64 op de 1.000 meter, dat al sinds 1994 staat, te verbreken.'

En zien we jou ooit bij de Olympische Spelen? 'Dat zou mooi zijn', lacht Aafke. 'Maar eerst toewerken naar een persoonlijk record van onder de 3:20, zo bij de top van Nederland komen en de strijd aangaan. En dan misschien meedoen aan het Nederlands Kampioenschap.' Daarvoor zal Aafke het vuur uit haar sloffen moeten lopen, wat zij zonder twijfel met veel plezier zal doen.

Door Anne-Bregtje Schelfhout