Afbeelding
Foto: John van Gelder

De Maas&Waler dat ben ik: Herman Driessen

Algemeen

In de rubriek 'de Maas & Waler dat ben ik' maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier. Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal. Deze week Herman Driessen 63) uit Druten.

De vijf hoofddeksels die voor Herman Driessen op tafel liggen vertegenwoordigen delen van zijn leven, zoals werk, sport en hobby. Hij pakt er, bijna liefkozend, een hoge zwarte hoed tussenuit en vertelt: 'Deze draag ik aanstaande zondag, tijdens het Dickens Festijn. Het belooft dit jaar een geweldig evenement te worden. Met bestuur en andere vrijwilligers hebben we hard gewerkt aan een goed programma. Dat is mogelijk omdat we een fijne groep hebben en echt van elkaar op aan kunnen. Dat zie je elk jaar op straat weer terug komen.'

Hecht gezin
Herman is een van de acht kinderen van de kolenboer uit Deest. 'Ik kom uit een hecht gezin. We zijn allemaal in Maas en Waal blijven wonen en komen nog steeds wekelijks bij elkaar', aldus Herman. Hij ging gedurende vijf jaar naar de lagere school in Deest. Het zesde jaar ging hij naar Druten. 'Dat was een klas om ons voor te bereiden op de MULO of HBS. Er werden jongens en meisjes uit heel Maas en Waal bij elkaar gezet, en Mimi Heijmink deed die klas. Achteraf ben ik zo blij dat ik bij de uitverkorenen hoorde, want dat jaar heeft mij voor het leven gevormd. Tot dan was Deest mijn 'dingske', zeg maar, en ineens werd mijn wereld stukken groter.'

Oppasdag
Vergelijkbaar ging het met zijn uitgaansleven. 'Met de bromfiets gingen we altijd naar de Kikvorsch en de Blauwe Sluis. Toen we auto mochten rijden heb ik een vermogen aan benzine verreden om buiten Maas en Waal te gaan stappen. Daardoor leerde ik wel Mies, mijn vrouw, kennen. Ik heb haar veertig jaar geleden in St. Anthonis ontmoet. We kregen twee dochters, Rieke en Anke. Zij hebben allebei alweer een eigen gezin. Mies en ik hebben op maandag oppasdag in Nijmegen, voor onze kleindochter Lotte. 's Avonds komt ons hele gezin daar bij elkaar om samen te eten.'

Doe-het-zelfzaak
Na zijn schooltijd heeft Herman bij Van Werkhoven in Nijmegen gewerkt. Hij woonde nog thuis toen hij een kleine, eigen doe-het-zelfzaak in Druten startte. 'Ik had er vijfentwintig jaar de tijd van mijn leven. De markt vereiste echter dat je groeide en daarom openden we de Big Boss, ook in Druten. Ik vond die stap achteraf minder geslaagd, omdat ik veel minder in de winkel en steeds meer op kantoor bezig was. Ik miste het contact met de klanten en het werken met mijn handen.' Tijdens een vakantie kwam bij Herman de gedachte op om zijn zaak te gaan verkopen. Eenmaal thuis zette hij deze plannen door. 'Ik heb niet eens een advertentie hoeven zetten', vertelt hij lachend. 'Ik zei tegen verschillende vertegenwoordigers die langskwamen: 'ik ga de zaak verkopen, maar je mag het niet verder vertellen.' Binnen twee maanden had ik alle grote bouwmarkten op visite.'

Volle agenda
Sindsdien werkt hij bij weer zijn voormalige werkgever, Van Werkhoven, en bij De Tuinen van Appeltern. 'Ik doe bij De Tuinen het 'Natuurlijk Spelen' project en ben hierdoor veel buiten. Dat geeft me voldoening en ik houd hierdoor energie over voor andere leuke dingen. Mijn agenda is dan ook voller dan ooit. Ik ben bestuurslid van meerdere verenigingen, ik loop de Vierdaagse met Rieke en haar schoonvader en onderneem veel met mijn vrienden. Zij zijn belangrijk voor mij en sommigen van hen ken ik al vanaf mijn jeugd in Deest. We hebben met tien mannen een kookclub en gaan wilgen knotten in Afferden. We zijn ook sportief en gaan op skivakantie en regelmatig tennissen en fietsen.'

Bewaorsmiense
Na een van deze fietstochten ontstond, onder het genot van een borreltje, eens de discussie over de naam van het nieuwe cultureel centrum. 'Het zou de Bongerd gaan heten in plaats van d'n Bogerd, zoals wij het hier zeggen', vertelt Herman. 'Deze discussie breidde zich uit als een olievlek. De regionale en landelijke media, en zelfs wethouders en burgemeester Aalbers, raakten erbij betrokken. Uiteindelijk belde de burgemeester me op om te vertellen dat het toch d'n Bogerd was geworden. Deze situatie maakte ons ervan bewust dat je als Fries, Limburger of Groninger een zekere status had, en dat je, als je Moas en Woals proatte, een boerenpummel was. Vanuit die gedachte hebben Henk van Elk en ik toen de Bewaorsmiense opgericht. Volgens mij heeft het Moas en Woals sindsdien een veel positievere klank gekregen.'

Door Elly Hagen.