Weekendwerk

Na vrijdagavond even lekker het weekend in te luiden, suggereerde mijn vriendin dat ik haar best eens morgen naar het werk zou kunnen brengen met de auto. Ik verslikte mezelf bijna in mijn Pornstar Martini en keek verschrikt op. Wat u niet weet, is dat wegbrengen automatisch ook ophalen betekende. Daarnaast, ik had mezelf een hele lading klussen bezorgd dit weekend en dat ene ritje zou roet in het eten gooien. Zo moest de voor- en achtertuin zomer-proof gemaakt worden. Dit bestaat uit het vermoorden van niet-gewenste groene tuinplantjes. Ik las namelijk ergens dat we deze plantjes geen onkruid meer mogen noemen. Onkruid onkruid noemen zou de planten zowaar nog een minderwaardigheidscomplex aan kunnen praten. Andere plantachtigen reppen van discriminatie. Erg kinderachtig als je het mij vraagt. Plantachtig bedoel ik.

Anyway, ik moest nog wassen, schoonmaken, boodschappen doen, ik had nog een BBQ staan, zou nog wat vage vrienden bezoeken én, als klap op de vuurpijl, moest ik halsoverkop nog een paar liter azijn kopen bij de Aldi. Genoeg werk dus dit extra lange weekend. Daar kwam dus een beoogd klusje bij omdat mijn vriendin zei: “Happy wife, happy life. Je zou je vriendin wat vaker naar het werk kunnen brengen! Om te beginnen met morgen.” Ze keek erbij alsof ze het meende. Terwijl ik wanhopig naar een uitweg zocht om zaterdag niet met het hete weer twee maal een uur aan één stuk in de auto te zitten vroeg ik of ze überhaupt wel goede redenen had om dit te vragen.

Ze kon er wel duizend opnoemen maar hield het, vanwege mijn gemoedstoestand, bij vijf. De mooiste reden vond ze eigenlijk deze: "Ik ben het waard”. L'Oréal Paris had het niet beter kunnen bedenken. In mijn verdediging begon ik nog over het milieu en hoezeer het onkruid op mij wachtte… "Dat onkruid staat er ook nog, als je terugkomt.” Warempel, ze had gelijk, evenals de file die ik vloekend op de heenweg voorbij reed. Die stond er op de terugweg ook nog.