Andreas Schelfhout
Andreas Schelfhout Foto: Maik Jansen

De Maas&Waler dat ben ik: Andreas Schelfhout

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In deze rubriek maken we kennis met inwoners van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat, een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.

Naam: Andreas Schelfhout
Leeftijd: 83 jaar
Plaats: Dreumel

Hij groeide op als circuskind in een familie van kunstschilders. ‘Ja, mijn vader was circusartiest. Paardendresseur. We reisden met het beroemde Circus Strassburger door vele landen en woonden meestal in de woonwagen. In Denemarken kreeg ik de gelegenheid naar school te gaan, en na enige tijd spraken mijn broer en ik goed Deens. “Ik kan mijn eigen kinderen niet meer verstaan”, zei vader. Mijn broer en ik hebben daar natuurlijk wel eens goed gebruik van gemaakt.’ Andreas toont het boek dat hij over zijn vader en het circusleven heeft geschreven: Zwart Paard. ‘In de zomer gingen we naar Scheveningen, en tijdens de kerstvakantie sliepen we boven in Carré in Amsterdam, in de artiestenkamer.’ Hij volgde een stukje van de lagere school en bezocht daarna het middelbaar onderwijs in Nederland. 

Nieuw-Guinea
Nadat hij een diploma had gehaald, kwam hij ten slotte in het leger terecht, om als beroepsmilitair uitgezonden te worden naar Nieuw-Guinea. ‘We kregen warme kleding mee – komt goed van pas in de tropen! - en de verkeerde wapens, die onder die omstandigheden niet echt bruikbaar waren. Ik wilde dan ook zo snel mogelijk de dienst verlaten. Ook over mijn ervaringen in deze periode heb ik een boek geschreven: De zomer van 1962.’ In de zeer smaakvol en warm ingerichte woonkamer, waar je ogen tekortkomt om alle uitstallinkjes, foto’s en andere aankledingen te bekijken, vertelt hij verder, zittend voor een groot, veelkleurig glas-in-loodraam. In de gang staat een vitrinekast, waarin kleine potjes zand en grond te zien zijn. ‘Ieder potje bevat een beetje aarde waarop iets gebeurd is wat ik mij wil herinneren, bijvoorbeeld een potje Kaimana.’

‘In Pearl Harbour kocht ik in die tijd, 1962, een kleine bandrecorder, waarmee ik gesproken brieven maakte die ik opstuurde naar thuis. Maar die bandjes kon je niet op andere apparaten afspelen. Via via kwamen ze uiteindelijk bij een redacteur van de Wereldomroep terecht, die ze op de radio uitzond. De man had een uitgeverij, en het gevolg was dat ik meteen aan de slag kon als producer van diaseries met geluid, voor het onderwijs.’ Daarna werkte Andreas bij De Gelderlander, gedurende ruim dertig jaar, tot aan zijn pensioen. Aanvankelijk als vormgever, en nadat de computers het werk hadden veranderd, als chef vormgeving. Vervolgens was hij nog driemaal chef: chef eindredactie, chef wetenschappen en chef features, dat waren de diverse bijlagen van de krant. ‘Het leuke hieraan vond ik dat ik mij mocht bemoeien met zaken waarmee ik absoluut niets te maken had! Ik kan wel zeggen dat ik in mijn leven van alles meegemaakt heb. Nadat we in Nijmegen gewoond hadden en in Wanroy, Cuyk en vele jaren in de oude pastorie in Hernen betrokken we een oude staalstins in Friesland, het oudste stenen huis daar. We genoten van het fraaie landschap en de vriendelijke mensen, maar keerden uiteindelijk toch weer terug naar Maas en Waal. Tja, de kinderen bleven hier hangen, je weet hoe dat gaat.’

Taal en Teken
Voor de uitgaven van Taal en Teken, waarin mooie tekeningen en beschrijvingen diverse gebouwen in Gelderland vastlegden, maakte Andreas teksten. ‘En vergeet niet, mijn vrouw, schoonvader en zwager verzorgden de tekeningen, die ze deels ter plekke maakten en aanvulden met foto’s die ik leverde. Ja, we hebben heel wat rondgereden door Gelderland en later ook verder weg, terwijl de kinderen op de achterbank een beetje met hun huiswerk bezig waren.’
Andreas houdt van klassieke muziek. Mozart en Chopin zijn favoriet. ‘O, die piano, nee, die is van mijn vrouw, zij speelt piano, ik niet. Ik speel liever de baas, haha…!’

Dreumel
‘We wonen nu krap een jaar in Dreumel. We hadden bijna de hele regio bekeken, net in de tijd dat de huizen schrikbarend duur waren. Op een bepaald moment werden we al na een uur overboden, met een ton! Maar nu hebben we een fijn stekje gevonden. Niet te veel grond er omheen, daar hebben we voortaan weinig behoefte aan.

Toen we nog in Friesland woonden, zaten we buiten het dorp. Nu, hier in het centrum, is het een totaal andere beleving, maar veel gezelliger, vooral ook als de jaarlijkse braderie wordt gehouden, en als we een praatje maken met de buren. Helaas wordt er in onze straat wel vaak te hard gereden, maar we hebben allerlei winkels en voorzieningen op loopafstand, super gemakkelijk!’

Door Ton van Hulst