Wally Tax

Ik was vijftien jaar toen Wally Tax naar mijn dorp kwam. 

In het schuttersgebouw werd een ‘beat marathon’ gehouden met zes bands. Het hoogtepunt was een optreden van The Outsiders. De Amsterdamse band scoorde hit na hit en had een jaar eerder in het voorprogramma van The Rolling Stones gespeeld. Dat bracht ze nationale bekendheid. De komst van de beatgroep bracht nogal wat teweeg in het dorp.

Zanger Wally Tax stond midden jaren zestig bekend als de man met de langste haren van Nederland. Moeders vonden hem een viezerik, door Duitse schlagers gehersenspoelde vaders gruwden van zijn muziek en meisjes gilden zo gauw hij met zijn wapperende manen in beeld kwam. 

Ik mocht niet naar het optreden. Dat vond ik niet erg. Muziek was nog niet zo belangrijk in mijn leven. Ik hield het bij hitparadeklanken uit een gammel transistorradiootje. Kende de hits Touch en Lying all the time, maar was vooral geobsedeerd door de roem van Tax. Ik had gehoord dat meisjes achter hem aanrenden met een schaartje om een plukje van zijn haardos te bemachtigen. Dat moest ik zien. Op mijn fiets ging ik naar de beat marathon om een glimp van de ‘beroemde viezerik’ op te vangen. Dat lukte.

Ik zag Wally Tax naar binnen snellen tussen twee hagen van hysterische meiden door. Mijn twee jongste zussen stonden ook te gillen. Daar begreep ik niets van. Die hielden toch van de gekortwiekte Adamo en brylcreemboy Cliff Richard? Door tijdens het optreden mijn fiets onder een raam te zetten en daar op te klimmen, kon ik een glimp van de band opvangen. Het dunne vensterglas vibreerde nerveus door de dreunende bassen. Mijn hart volgde het ritme. Ik wilde ook lange haren, een gitaar, en meisjes met nagelschaartjes achter me aan. Niks van gekomen. Toch jammer.