(La)waai

Beuningen heeft nog geen windmolens, toch doen ze politiek al heel wat stof opwaaien. Deze week weigerde het CDA om te vergaderen over de komst van een windmolenpark. De reden is een principekwestie en een wat droog, technisch verhaal.

Een thema-avond met gasten over hun initiatief voor een windmolenpark werd omgedoopt tot een echte commissievergadering zodat er wat meer ruimte zou komen om zaken te bespreken. Dat was misschien geen handig idee, want dan mag ineens iedereen inspreken en dat was nou ook weer niet de bedoeling. Commissievoorzitter Roel Kuppens had geen trek in welles-nietes en deze voorstander van windmolens zei dus nee tegen de tegenstanders.

Dit maakte het CDA zo boos dat ze maar helemaal wegbleven. Dat is niet dapper, maar vooral een loos en kinderachtig gebaar. Wie wegblijft maakt zichzelf en zijn kiezers monddood. Weglopers doen niet meer mee, denk daar aan met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022.

Maar D66’er Roel Kuppens is net zo goed een natte wind. In De Gelderlander beweerde hij dat wel/geen windmolens al een ‘gepasseerd station’ is. Tot zover zijn vermeende onpartijdigheid. Dit soort uitspraken behoor je in die functie domweg niet te doen, zeker niet omdat de gemeenteraad pas in juni definitief besluit.

Het over en weer geblaas van de partijen gaat echter niet over de windmolens. De partijen zijn nog altijd verbolgen over het feit dat Beuningen Nu & Morgen vorig jaar februari de coalitie opblies en (onder andere) het CDA inruilde voor D66. Burgemeester Bergman beloofde eerder al zich in te zetten om de verhoudingen te verbeteren, maar dat ze op dit punt de wind er nog niet onder heeft moge duidelijk zijn.

De gemeenteraadsverkiezingen vinden over tien maanden plaats, maar de politiek is dringend toe aan een verbinder. Als het in Den Haag een beetje voor de wind gaat, heeft Herman Tjeenk Willink voor de zomer nog wel een gaatje in zijn agenda.