Afbeelding
Foto: Uit de collectie van Wil van den Dobbelsteen

Uit de oude doos

Roomboterfabriek Maas en Waal

Door Wil van den Dobbelsteen


Mede in navolging van andere dorpen in Maas en Waal ontstonden ook in Druten plannen om over te gaan tot het oprichten van een roomboterfabriekje, waar de boeren uit Druten en omgeving hun dagelijkse melk centraal konden gaan slijten.

Op 8 maart 1894 werd een (landbouw-)lezing gegeven door de heer Van Weijden Claterbos over het nut van boterbereidingscursusssen en coöperatieve boterfabrieken. Aansluitend werd op 18 maart 1896 door de leden van het onderlinge veefonds een oprichtingsvergadering gehouden, waarvoor zich direct een twintigtal leden liet inschrijven. Zij kozen een bestuur bestaande uit: K. Dericks, C.B. van Heereveld en G.A. Liese.

Men zocht naar een geschikt terrein en die werd op 16 mei 1896 gevonden aan de Hogestraat, op de plek waar anno 2020 ook een koffie- en lunchgelegenheid is gevestigd. De heer A. Geldens had hiervoor een bestek en tekening ontworpen en op 9 juli 1896 startten de gebroeders Van Hellemondt uit Wamel met de bouw van het roomboterfabriekje. De vastgestelde statuten werden op 7 augustus 1896 gepubliceerd in de Nederlandsche Staatscourant onder naam 'Coöperatieve Roomboterfabriek Maas en Waal'. In hetzelfde en het volgende jaar volgde ook Puiflijk met ‘Unitas’ en Afferden met ‘Vooruitgang’. Het ging goed met de fabriek en de melk werd meermalen daags in gesloten flessen bezorgd tegen 8 cent per liter en 4 cent per halve liter. In 1915 werd de fabriek overgenomen voor Van Diggelen, met de wens om over te gaan tot het oprichten van een flinke fabriek voor Maas en Waal. Begin september 1916 stopte de roomboterfabriek Maas en Waal in Druten en werd het gebouw in 1917 met een inzet van 1.100 gulden verkocht. De plaatselijke schoenmaker W. Heezemans en boekbinder Plasman vonden er even hun emplooi, tot dat het pand van ‘Van Diggelen’ in een nacht van vrijdag op zaterdag door brand werd verwoest. Hierbij werd – volgens de krant – kwaadwilligheid niet uitgesloten en dus werd justitie ingeschakeld. De verdere sloop volgde en op het perceel verscheen later een tweetal - nu nog bestaande - woningen.