Onderbouw

Wethouder Driessen zei het echt: “Ik hoop dat het welvarende deel van Beuningen het hart openstelt voor de kinderen van de Dromedaris”. Hij probeerde geen geld los te peuteren voor een waterputproject in Tanzania, het was een smeekbede aan onze eigen inwoners voor onze eigen kinderen.

Basisschool de Dromedaris gaat minstens anderhalf jaar verbouwen. Omdat lesgeven in een half gesloopte school niet werkt, verhuizen de groepen 1 tot en met 4 naar een noodgebouwtje bij het parkje aan de Oude Reekstraat. Een centrale, veilige locatie voor de onderbouw in één van de betere wijken van Beuningen. Kan niet beter toch?

De bewoners vinden van wel. Alleen al het idee dat er zwermen koters door hun buurt komen deed de waarde van hun iets te ruime-twee-onder-een-kappers en uit de hand gelopen villa’s dalen.

Ze zijn dus tegen. Wat hen betreft komt het noodgebouw liever aan de andere kant van het dorp, bij de Beuningse Boys of in de omgeving van de ARN. Deze mensen sturen dus liever vijfjarigen op hun fietsjes over drukke wegen of de rook (en stank) van een afvalverwerker in om te leren lezen en schrijven.

Het is vragen om ongelukken, maar wat weegt een platgereden kleuter op tegen de verstoorde rust van een yogamoeder of een papa die zijn Zoom-meeting even niet kan verstaan omdat de schoolbel gaat? Dat dekselse speelkwartier is verdraaide catastrofaal voor je flow, kerel!

We hebben het over een school. Geen coffeeshop met toeterende auto’s. Geen jongerencentrum met bonkende beats. Zelfs geen mooi kunstwerk van een kunstenaarsechtpaar voor in de buitenruimte. Hoe kun je daar met goed fatsoen tegen een school zijn en voel je echt geen schaamte als een wethouder om medewerking moet bedelen?

Waar de noodlocatie van de Dromedaris ook komt, ik bied mezelf aan er alle NIMBY’ende tegenstribbelaars les te komen geven over samen delen. U weet wel, de dingen die je in de onderbouw leert. Tijdens het speelkwartier.