Ingezonden brief

Hoe kon het gebeuren dat het dragen van mondkapjes een einde kon maken aan de prettige samenwerking met de redactie van de Maas&Waler, die we samen gedurende vele jaren zo zorgvuldig en prettig hadden opgebouwd?

Stel je een prachtige biljartzaal bij een Seniorenvereniging voor, waar zo'n vijftig biljarters regelmatig met veel genoegen samenzijn om er hun mooie sport te beoefenen. Er ontstaat een gesprek waarin een van de biljarters, tevens bestuurslid, zich naar een mede-biljarter afvraagt, waarom er tijdens het biljarten en het dansen in een andere zaal, verschillende disciplines voor het dragen van mondkapjes worden gehanteerd? Die vraag wordt vervolgens doorgesluisd naar de coördinator van de biljartclub binnen de vereniging. Uit verbolgenheid dat daarover een misverstand zou kunnen zijn, stuurt de coördinator vervolgens op een, laat ik het netjes uitdrukken, laakbare manier, naar alle biljarters een mail, waarin hij zich afvraagt waarom er getwijfeld zou kunnen worden aan wat de regels voorschrijven. Noemt in dezelfde mail het bestuurslid een onrustzaaier en verwijt hem het starten van een eenmansactie tegen zijn beleid en dat van de vereniging. Dit in plaats van dat alleen en netjes te communiceren met het bestuurslid die de vraag opwierp. Waar ging het helemaal over? Niks toch!

Ik zelf, maar ik niet alleen, ook het te kijk gezette medebestuurslid, zijn nogal verbijsterd over de uitspraken in het mailbericht. Zelf probeer ik direct de affaire, die uit de hand dreigt te lopen, te sussen met een voorstel tot beraad en het verzoek tenminste een excuusmailtje, eveneens aan alle biljarters, te willen richten. Dat wordt pertinent geweigerd. In de kort daarop gehouden bestuursvergadering stelt het onderhavige bestuurslid zijn positie als bestuurslid, maar tevens ook vijftien coördinatorschappen van even zoveel activiteiten en andere bestuurlijke functies in breder verband, ter beschikking, indien er alsnog geen excuus komt. Omdat ik direct besef wat de gevolgen van het uit de hand lopen van deze affaire voor de vereniging gaan zijn, verklaar ik me solidair, als lid, bestuurslid, redacteur van het cluborgaan, pr-man van de vereniging en organisator van de jaarlijkse ledenwerfactie en nog wat andere activiteiten. Dit met de bedoeling de ernst van de situatie ook bij de rest van het bestuur onder ogen te brengen. Daarna zijn er allerlei bestuurlijke pogingen van 'pappen en nathouden' en 'kool en geit sparende' voorstellen gedaan teneinde nog orde op zaken gesteld te krijgen, echter zonder een enkele toenadering.

Ik heb me nooit laten voorstaan op mijn verdiensten voor de vereniging, zomin dat ook het onderhavige medebestuurslid niet heeft gedaan, maar toch hadden beiden gehoopt, in het belang van de vereniging en alle andere betrokkenen, op een aanzienlijk krachtiger optreden van het bestuur. Ergo, alleen maar verliezers voor een mooie vereniging. Slechts één triomfator in de persoon van de coördinator van de biljartclub en door wie het conflict ontstond!

Een woord van dank aan de redactie van de Maas&Waler voor de fijne samenwerking in het belang van de vereniging.
Veel succes verder met jullie mooie krant en groetend, Henry Engelaer.