Langs 's Heeren Wegen (15)
Al van voor het midden van de 19de eeuw stond midden op ‘Het Plein' in het Maasstadje Batenburg een waterput. Een put die een groot deel van de inwoners voorzag in drink- en waswater. In de loop der jaren verschenen ook door bemoeienis van de overheid op het terrein van gezondheid in diverse dorpen en steden dorps- en stadspompen om ook de algemene watervoorziening te verbeteren. Zo werd in 1870 in Batenburg op de plaats van de stadsput een stadspomp geslagen.
Metselaar Joannes van den Dobbelsteen en dorpssmid Antoon Smits werden daarvoor ingeschakeld. Voor de prijs van f.41,19 verscheen op Het Plein de gemetselde stadspomp, die zelfs meer dan de helft van de inwoners voorzag van goed drink- en waswater. Die stadspomp werd een ontmoetingsplaats, waardoor "Het praatje aan de pomp” een min of meer dagelijkse bezigheid werd. Dit met name door huis- c.q. wasvrouwen en de jeugd.
Het regelmatige en noodzakelijke gebruik duurde voort, totdat er in 1958 in Batenburg een drinkwaterleiding werd aangelegd. Het gemeentebestuur stelde daarom de inwoners van het stadje op de hoogte van het buiten gebruik stellen van de stadspomp op Het Plein. Op 8 juli 1958 ontvingen die een brief waarin werd medegedeeld, dat men nog tussen 18.00 en 20.00 uur drie emmers water kon halen. Op 15 juli 1958 volgde er nog een brief waarin werd medegedeeld, dat de pomp werd afgesloten. De stadspomp raakte daarna enigszins in verval.
Binnen de restauratieaanpak -Batenburg werd toen beschermd als ‘Stads- en Dorpsgezicht' - kreeg de stadspomp in de beginjaren zeventig weer de als vanouds bekende verschijningsvorm. Deze inspiratie was, de toen daar tot bloei gekomen carnavalsvereniging, niet ontgaan. Voor deze vereniging de reden om de naam ervan te verbinden aan deze stadspomp. Dus… tot op de dag van vandaag "carnavalsvereniging De Stadspompers”.
Op foto: de Stadspomp plm. 1905 op Het Plein. (Collectie Wil van den Dobbelsteen)