André en Corrie Degen.
André en Corrie Degen. Foto: Ger Loeffen

Een koe, een mooi geschenk

EWIJK - In de jaren negentig kwam Frits Bom wekelijks op tv met zijn programma ‘De Vakantieman’. Een bekend onderdeel van het programma was het zogeheten ‘landenspel’ waarbij aan de hand van aanwijzingen in een aantal filmpjes het land moest worden geraden waar het in de uitzending om ging. Andre en Corrie Degen keken graag naar dat programma.

Door Ger Loeffen


‘Een keer ging het programma over Gambia', vertelt Corrie in de keuken van hun huis aan de Vordingstraat in Ewijk. ‘Ja, wij vonden dat een mooi land en we besloten ernaartoe te gaan. Toen is de reislust begonnen.' Na Gambia volgden meer landen zoals Venezuela en Sri Lanka. Zo kwamen Andre en Corrie in India in het toeristische Goa terecht. Andre: ‘Goa is ongeveer zo groot als de provincie Zuid-Holland en heeft officieel 1,5 miljoen inwoners. Maar wij weten inmiddels dat het wel eens het dubbele kan zijn. Een groot gedeelte van de lagere kaste (een op Hindoeïsme en ongelijkheid gebaseerde sociaal-maatschappelijk indeling van de bevolking, G.L.) wordt gewoon niet geregistreerd en dus niet geteld. Daarbij komt dat veel jonge meisjes uit de lagere kaste straffeloos worden misbruikt door mannen uit hogere kasten en zwanger raken. Toen we in 1998 voor de eerste keer in Goa waren, voelden we er weinig voor om domweg op het strand te gaan liggen. Dus trokken we er op eigen houtje op uit en kwamen zo in contact met mensen die buiten de dorpen in de bosjes wonen. We zagen meisjes van 12 jaar die met een baby langs te weg leefden. Het was verschrikkelijk. Toen besloten we er iets aan te gaan doen en de meest armen en hulpbehoevenden te helpen. Op die miljoenen mensen is het weinig, maar alle beetjes helpen.' Corrie vervolgt: ‘Ons doel is dat kinderen voedsel krijgen en naar school kunnen. Dan hebben ze een toekomst. We concentreren ons op het dorp Calangute. Het dorp met officieel ongeveer zestienduizend inwoners staat bekend als toeristisch. Dat heeft een aanzuigende werking, zodat veel Indiërs uit het noorden naar het dorp komen in de veronderstelling dat het de hemel op aarde is. ‘Maar dat is niet waar', zegt Andre hoofdschuddend, ‘die mensen hebben honderden kilometers vaak lopend afgelegd om uiteindelijk op straat te belanden. Kinderen worden aan hun lot overgelaten. Vaders zijn er in de meeste gevallen niet en moeders alleen kunnen niet voor de kinderen zorgen. Het is heel triest om te moeten zien hoe mensen daar met elkaar omgaan.'
Het echtpaar hoopt dat hun werk wordt voortgezet en heeft inmiddels dochter Sandy bij het project betrokken die al diverse keren is meegereisd. In Goa hebben zij hulp van enkele mensen en plaatselijke organisaties. ‘Wij sturen elke maand vijfhonderd euro waarvan allerlei spullen worden gekocht. Zo wilde een weeshuis graag een koe hebben. Die hebben we dus voor hen gekocht. Nu hebben de kinderen melk. Maar ook leermiddelen, zoals schrijfgerei en computers. We krijgen veel hulp van vrienden en worden ondersteund door sponsoren. We zetten echt in op onderwijs, want dat is toekomst.'
Andre en Corrie reizen elk jaar in januari naar Goa. ‘Nu kunnen we niet gaan, maar gelukkig kunnen we contact houden met de weeshuizen en scholen via WhatsApp. We krijgen veel foto's en kunnen zien dat de spullen en het geld die we sturen goed aankomen.' Op een van de foto's staat een jonge vrouw achter een balie. ‘Ja kijk', zegt Corrie, ‘haar hebben we jaren geleden ontmoet. Zij was een kind en leefde helemaal alleen op straat. Nu is zij receptioniste in het hotel waar wij altijd logeren. Het geeft ontzettend veel voldoening om te zien dat wij daar een klein beetje aan hebben kunnen bijdragen. In zo'n groot land met zoveel armoede lijkt het weinig, maar elk druppeltje helpt.'