Hans Bosch met zijn DeSoto voor zijn huis in Batenburg.
Hans Bosch met zijn DeSoto voor zijn huis in Batenburg. Foto: Ger Loeffen

De DeSoto van Hans Bosch


Toen Hernando de Soto in 1540 de rivier Mississippi ontdekte, kon de Spaanse ontdekkingsreiziger niet bevroeden dat 388 jaar later een stalen koets met 109 paarden naar hem vernoemd zou worden. Het Amerikaanse automerk Chrysler bouwde in 1928 een auto die de concurrentie moest aangaan met andere merken in het middensegment. Maar de DeSoto Custom uit 1949 van Hans Bosch oogt helemaal niet als een middenklasser. De grootste Audi is 30 centimeter korter.

Door Ger Loeffen

We passeren de Standerdmolen op de Maasdijk als de geboren en getogen Batenburger het gaspedaal even intrapt. Het enorme koppel dat de 3,9 liter motor op de wielen overbrengt zorgt ervoor dat ik even in de enorme voorbank gedrukt wordt. Als ik een uur eerder de Grootestraat in het historisch stadje inrij staat de wagen daar al te ‘shinen’. In de prachtig gerenoveerde woonkamer vertelt Bosch hoe het zover is gekomen.

Opgegroeid met auto's

‘Mijn vader is automonteur. En niet zomaar een. Hij is ontzettend technisch en heeft veel verstand van auto’s. Eigenlijk heeft 'ie verstand van alles met een motor erin. Ik ben dus opgegroeid met techniek en auto’s. Ik had altijd al een voorliefde voor de Amerikaanse auto en ging op zoek naar een Chrysler of Chevrolet. Mijn vader liet mij een foto zien van een DeSoto. ‘Is dit iets?’, vroeg hij. Ik kende de auto niet maar vond 'm prachtig. Hij stond te koop bij een verzamelaar in Eindhoven. Toen ik de claxon hoorde wist ik het: deze past bij mij.'

Duur ringetje

Toen Hans de auto vanuit Eindhoven naar Batenburg reed merkte hij al snel dat de versnellingsbak niet helemaal schakelde zoals het hoorde. Al snel bleek dat de bak en de motor gereviseerd moesten worden. Een synchromeshring moest worden besteld in Amerika. ‘Dat was wel een duur ringetje’, vervolgt Bosch, ‘maar verder zijn veel onderdelen nog goed te krijgen. Deze Chrysler-motor is namelijk gebruikt in heel veel auto’s en ook in legervoertuigen die in de Tweede Wereldoorlog werden gemaakt. Er zijn er honderdduizenden van gemaakt.’
Veel kilometers rijdt de Batenburger niet met auto. ‘Af en toe een bruidspaar, en iedereen in Batenburg kent me, dus als er iets te vieren valt weten ze me te vinden. Zo heb ik ooit voor de dagopvang Oma Pietje gereden. Erg leuk. Wat hebben die mensen genoten. En een keer had ik zes meiden van het Maas Waalcollege in de auto. Dat was lachen en gieren. Uitlenen doe ik niet, ik rij altijd zelf. Want je moet er wel mee kunnen rijden. Het blijft steeds weer ontdekken.’ Hernando kan tevreden zijn op zijn koets.