Boerderij van Reijers met pad naar Koningstraat/begraafplaats
Boerderij van Reijers met pad naar Koningstraat/begraafplaats Foto: Wil van den Dobbelsteen

Vierdelige serie in aanloop naar de herdenking op 4 mei

Verhalen om nooit te vergeten (3)

Door Wil van den Dobbelsteen


Het landelijk thema van het Nationale Comité 4 en 5 Mei is dit jaar 'Verhalen om nooit te vergeten'. Het Drutens 4 Mei-comité verzorgt in aanloop naar de (aangepaste) dodenherdenking op 4 mei 2020 een viertal bijdragen, aansluitend op dit landelijke thema. De verhalen gaan over hoe het onze joodse medeburgers in voornamelijk Druten en omgeving is vergaan. Dit om (enig) begrip te hebben voor de mede-dorps- of streekgenoten tijdens hun leven en helaas het bittere einde ervan.

Smouse kerkhof

Al vanaf 1836 of 1838 was op de Gelenberg aan de Koningstraat het joodse kerkhof, smouse kerkhof, gelegen, die vanaf 1900 eigendom werd van de Israëlitische gemeente Nijmegen. Dit kerkhof bestond in feite uit twee percelen. Een perceel als werkelijke begraafplaats en een perceel voor een mogelijk toekomstige uitbreiding.
Dat laatste perceel werd in 1959 eigendom van de gemeente Druten, en het andere perceel, de begraafplaats, werd in 1961 gekocht door de gemeente voor de aanleg van sportcomplex De Gelenberg. Met de overname kwam een einde aan het jarenlange onderhoud van het terrein, door de bij de begraafplaats wonende familie Reijers. In de jaren daarna werd de hallehuisboerderij verbouwd tot onderkomen voor de scouting.
In 1961 werden de 29 graven geruimd, waarvan er bovengronds nog negen herkenbare zerken aanwezig waren. De overblijfselen werden overgebracht naar de Israëlitische begraafplaats Beth HaChaim aan de Kwakkenbergweg in Nijmegen. De geruimde begraafplaats had aan het pad, haaks liggend op de Koningstraat, een toegang via een hekwerk hangend tussen twee gemetselde poeren van ongeveer twee meter hoog, terwijl de begraafplaats omgeven was met een beukenhaag.
Door de ruiming, en het al ondergebracht zijn bij of onder de Nijmeegse joodse gemeente, kwamen er naast de Drutense in de dertiger jaren ook nog een aantal joodse vluchtelingen bij. Zij kozen ervoor om dichtbij de aan de Duitse grens liggende stad hun heil te zoeken. Daardoor liep het aantal joodse medeburgers in november 1940 op tot 530. De maatregelen van en door de bezetter gingen pas werken toen in het najaar van 1942 tot april 1943 de deportaties in praktijk werden gebracht.

Volgende week het vierde en laatste deel van deze serie: ‘Gevolgen en herdenking’.

De in 1961 nog aanwezige grafzerken