West Maas en Waal in het gelijk gesteld door Raad van State


BENEDEN-LEEUWEN - Nog ruim een week krijgt minister Cora van Nieuwenhuizen de tijd om te reageren op het handhavingsverzoek van de gemeente West Maas en Waal over de granulietstort in Over de Maas. De gemeente diende dat verzoek afgelopen 16 maart in bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, met de vraag om snel te reageren.

Door Addy de Meij

De minister gaf aan dat ze geen kans zag om op korte termijn te beslissen. De gemeente accepteerde dat niet en stelde een beroep in bij de Raad van State; want langer uitstel is onacceptabel in verband met het definitieve karakter van de dagelijkse, waarschijnlijk giftige, granulietstort in de Maas.

Reactie op handhavingsverzoek

Op woensdag 8 april werd de gemeente door de voorzieningenrechter in het gelijk gesteld. De minister heeft nu tot 24 april 12.00 uur de tijd om te reageren. Haar reactie is een procedurele, zegt wethouder Ans Mol, de aanleiding inhoudelijk en urgent. De granulietstort lijkt schadelijk, vanwege de bijproducten die in het granuliet zijn verwerkt en gevaarlijk kunnen zijn voor de volksgezondheid.

‘Ik verwacht dat de minister zal volharden in haar opvatting, maar dan heeft ze in ieder geval een uitspraak gedaan, waartegen wij weer in beroep gaan. Pas als het hele traject doorlopen is, kunnen we naar de rechter. Daar kunnen we dan de discussie aangaan voor een objectieve kijk op de granulietstort, kunnen voor- en tegenstanders hun woordje doen.

'Het is helaas de lange weg die wij moeten gaan, en het is daarom extra belangrijk dat de Raad van State ons steunt in de opvatting dat haast geboden is’.