Normaal

'Het nieuwe normaal', zo omschreef onze grote roerganger Mark Rutte de wijze waarop we in Nederland voorlopig met elkaar omgaan. Want ja, wie dacht dat na 28 april alles weer bij het oude is, houdt anderhalve meter afstand van z’n gezond verstand.

Mogelijk krijgen we wat verlichtende kruimels toegeworpen (misschien de scholen weer open?), maar we blijven op afstand en zoveel mogelijk thuis. Of dat nodig is ga ik niet betwisten, ik blijk als één van de weinige Nederlanders geen viroloog te zijn en ga dus braaf af op wat het RIVM adviseert en Mark Rutte ons vervolgens oplegt.

Zoveel tijd thuis leidt tot gedachtes. Misschien was ons oude normaal best bizar. Misschien plegen we inderdaad roofbouw op de planeet en wellicht was het toch geen goed idee om zoveel dieren en mensen op één kluitje te proppen. ‘Consuminderen’ is helemaal zo gek nog niet, zeker als je weet dat 80 procent van de kritieke coronapatiënten overgewicht heeft.

Wel vind ik ‘het nieuwe normaal’ een wat enge, beklemmende term die ineens de gekste dingen mogelijk maakt. Geen handen schudden vinden we al normaal, wat is de volgende stap?

De buurvrouw jouw boodschappen laten halen en betalen onder de noemer #blijfthuis? Omwille van social distancing je partner links laten liggen en lekker tinderen?

Dat is uiteraard onzin. Maar deze bizarre tijd bestempelen als ‘het nieuwe normaal’ is net zo ongewenst en onrealistisch. We gaan als maatschappij door een ontwrichtende fase en natuurlijk heb je meer aan kalmte dan aan paniek, maar de term ‘normaal’ betekent de acceptatie van het ongewenste.

Want laten we het niet kunnen bezoeken van ouderen, het niet kunnen knuffelen van je gehandicapte kind of op een waardige manier afscheid mogen nemen van een overledene en een bijna verplichte chronische smetvrees alstublieft niet normaal gaan vinden.

Dat is wat mij betreft pas abnormaal.