Joods gedenkteken Waalbandijk Druten
Joods gedenkteken Waalbandijk Druten Foto: Wil van den Dobbelsteen

Vierdelige serie in aanloop naar de herdenking op 4 mei, deel 1

Verhalen om nooit te vergeten

Door Wil van den Dobbelsteen


In aansluiting op het landelijk thema van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, heeft het Drutense 4 mei-comité, in aanloop naar de jaarlijkse datum van de aangepaste dodenherdenking op 4 mei 2020, eveneens een verhaal te bieden om nooit te vergeten.

Dit verhaal vertelt over de komst van joodse families naar onze streek en hun verdere leven. Dit in het bijzonder om enige begrip te hebben voor de mede-dorps- of streekgenoten tijdens hun leven en helaas het bittere einde er van.

De groei en de afname

Het is verbazingwekkend te lezen hoe het van weinig humanitair gevoel getuigt dat destijds monniken schreven, dat de joden werden vermoord ‘Amore Dei’ wat betekent: uit liefde voor God. Door de eeuwen heen werden joodse mensen om verschillende redenen vervolgd. Mede om die reden trok de joodse bevolking door heel Europa, van land tot land, op zoek naar een veilig onderkomen waar zij geaccepteerd werden.

Familienamen gaven, en geven nog steeds, aan waar deze mensen mogelijk van afkomstig waren. Hierbij te denken aan Van Polen en Polak; van Polen, Van Beem; van Bohemen, Van Meer; van Moravië, Van Praag en Presburg; van toenmalig Tsjecho-Slowakije, Van Hes; van Hessen, de Swaab; van Schwabenland en ga zo maar door.

In de tweede helft van de zeventiende eeuw vestigden zich de eerste joden in Gelre, te weten in Tiel, Nijmegen en iets later ook in Dreumel, Druten, Batenburg en Horssen. In Dreumel was dit in 1780 Salomon Isaaks, een slager uit Munster. In Horssen vestigde zich familie De Winter. In 1808 zien we in de bevolkingsstatistieken, dat er in Maas en Waal zo’n 32 joden wonen, waarvan 5 in Druten. Daarna, het is dan 1836, woont er in Druten waarschijnlijk een joodse familie verbonden aan Salomon van Leeuwen, geboren in 1802 in het Brabantse Megen, die gehuwd met Esther de Winter, geboren in 1805 in Horssen. Salomon was van beroep ‘vleeschhouwer’ en woonde in de Hogestraat in Druten. In 1837 volgt ook David van Swanenburgh, handelaar in goud, zilver en uurwerken.

Aan de hand van een volkstelling uit 1849 kan worden opgemaakt dat er in Druten dat jaar 12 joodse personen wonen. Zij behoren toe aan de families Van Leeuwen (vleeschhouwer), Heimans (koopman) en Levie (vleeschhouwer) 2 personen. In 1859 komt daar familie De Winter bij met 3 personen. De joodse gemeenschap groeit daarna gestaag, want in 1869 en 1873 wonen er in Druten 57 joden. Dit aantal ligt rond de eeuwwisseling op 43 personen.