Piet Post.
Piet Post. Foto: Maik Jansen

de familie Pompen, erwten plukken en de koe

De familie Pompen uit Wamel bestond uit veertien personen: vader, moeke en twaalf kinderen, negen jongens en drie meisjes. Ik heb veel bij de familie Pompen gelopen, vanaf ongeveer 1937 tot 1940.


Ze hadden een grote boerderij met varkens, een grote stal met melkkoeien en een open loopstal voor jongvee. Vader Pompen had overal grond liggen: aan de Hogeweg, aan de Dalenstraat, aan de Kooistraat en aan de Liestersteeg. Ze hadden wel acht of negen paarden op d'n deel in het achterhuis. Toen hadden ze geen auto's, wel een fiets of koets. Ze hadden ook een koetshuis dat helemaal volstond met koetsen. We hebben op d'n deel veel gevoetbald. Als de hooioogst begon, dan konden we heerlijk spelen, van de balken af springen in het losse hooi.

Een nat pak

Vader Pompen ging erwten telen. Die moesten allemaal met de hand geplukt worden, wat voor de kinderen leuk was om te doen. Toen de oogsttijd begon, moesten we 's morgens om 7 uur vertrekken. De wagen vol geladen met balken en wilgenmatten om over de sloot te leggen. Toen de brug was gelegd, bleek het geen succes. We kwamen allemaal in de sloot terecht. Allemaal een nat pak, maar we hadden wel mooi weer. We plukten veel erwten. Pompen was heel tevreden, omdat de erwten veel geld hadden opgebracht bij de veiling.

Daarna hebben we nog weken erwten 'geplokken'. Het was heel warm weer. We hadden wel drinken bij ons, maar dat was gauw op. En we hadden veel dorst. Er liep een koe in de wei. De oplossing was dat we die koe gingen melken. Ik had met m'n tien jaar al een melkdiploma. 's Middags kwam de boer de koe melken die al gemolken was. Hij moest met een lege emmer naar huis.