Geluk

Geluk lijkt vaak ver weg in een maatschappij waar iedereen gelukkig móet zijn. Waarin het een heilige plicht is te lachen, te stralen en je 'helemaal prima' te voelen. Als dat niet meer lukt, doordat je bijvoorbeeld oud en alleen bent, sturen ze Geer en Goor op je af. Dat lijkt misschien een probaat middel tegen vereenzaming, maar uiteindelijk wordt alleen het dubbeltjesplatte duo er beter van.

Meedoen aan Miljoenenjacht levert ook weinig geluk op. Uit hebzucht druk je altijd te vroeg op de rode knop. Win je de hoofdprijs dan word je pas echt ongelukkig. Ongeluk is namelijk wél te koop.

Geluk is een zwart-witfoto in een familiealbum. Als je het herkent is het voorbij. Ik herinner me veel momenten van intens geluk.

Voorbeeld: ik liep met mijn vrouw en twee zoontjes het ziekenhuis uit. Onze pasgeboren dochter droeg ik in mijn armen. We liepen blijmoedig door kille gangen, waar de geur van de dood zich niet laat wegschrobben. Iedereen die we tegenkwamen reflecteerde de gelukswolk die om ons heen hing. Zelfs in de wachtkamer oncologie verscheen een glimlach op de gezichten en stak een gekwelde man bevend een duim omhoog. Wij waren die dag zo gelukkig dat we het ruimhartig konden delen.

Geluk verschuilt zich ook in het heden. Als je het eenmaal ziet is het overal. Paarden in de uiterwaarden, 'Blue' van Lucinda Williams, dorsende boeren bij ondergaande zon, een snorrende houtkachel, verse koffie op een natte dinsdagmorgen.

Ik heb het vermogen ontwikkeld om simpelweg gelukkig te zijn. Vooral sinds ik het niet meer zoek, zit ze (ik denk dat geluk vrouwelijk is) vaak naast me op de bank. Tevreden spinnend als een onzichtbare huiskat. Ik haal haar nooit aan. Geluk verdwijnt als je het teveel aandacht schenkt. Je hoort het kattenluikje klapperen en weg is het.

Wacht maar. Ze glipt wel weer naar binnen. Door een deur waarvan je niet eens wist dat-ie openstond.