Woede

De mildheid van de ouderdom heeft me nog niet gevonden.

Mildheid is voor mij een hoge - misschien wel de hoogste - vorm van wijsheid. Mildheid rust op begrip en bestaat dankzij de afwezigheid van agressie en woede.

Dat weet ik, maar ik beheers de praktijk niet. Veel te vaak laait de woede nog in me op. Ik probeer de bron te lokaliseren, maar dat lukt niet. Het zal iets met onverwerkte trauma's te maken hebben. Denk ik.

Laatst had ik het weer. Toen ik hoorde dat de directeur van een zorginstelling de zaak heeft belazerd, zichzelf verrijkt door te rommelen met declaraties. Nu gaat de instelling failliet en komen personeelsleden en cliënten op straat te staan. Tientallen menselijke drama's als gevolg van de onstilbare hebzucht van één persoon.

Dat heet een 'economisch delict', een vlag die de smerige lading niet dekt. Dat soort figuren moet wat mij betreft cent voor cent terugbetalen, twintig jaar achter de tralies en daarna een beroepsverbod krijgen.
Niet omdat ze zich onrechtmatig hebben verrijkt, maar omdat ze van hen afhankelijke, vaak kwetsbare mensen ernstig tekortgedaan hebben. Niks economisch delict, een misdrijf tegen de mens(elijk)heid noem ik dat.

Kijk, zelfs op papier kan ik het niet laten. De woede stroomt als lava door mijn aderen.

Dat komt natuurlijk ook doordat een zoon van mij nu een andere woonplek moet zoeken. En het ging zo goed met hem. Hij zette stappen, mede dankzij de inzet van zijn begeleiders.
Ik ken ze bij naam, zag hun betrokkenheid, hun vakkennis en kunde waarmee ze hem optilden.

Hij ging een opleiding volgen, richtte zich weer op de wereld, krabbelde uit een donker gat. Dankzij die prachtige mensen die veel meer deden dan in hun functieomschrijving staat. Die staan straks op straat.

En de directeur? Die vindt in deze kille managersstaat wel een andere baan waarin hij weer kan spelen met macht en mensenlevens.