Bittere Bellende

Afgelopen week bleek weer eens hoe belabberd de communicatie van de gemeente Druten is, toen Stichting Goeie Grond uit Deest aan de bel trok. Deze leefbaarheidsgroep belt geregeld met het gemeentehuis, maar dat blijkt bittere 'bellende'. Hun vragen blijven steken bij de receptie, ze worden niet teruggebeld of moeten hetzelfde verhaal steeds aan een andere ambtenaar uitleggen. Enfin, u kent het bel-ontmoedigingsbeleid van een gemeente wel.
Zodra zoiets in de openbaarheid komt, draaien de communicatie adviseurs het standaard riedeltje af. De toegestroomde persmuskieten krijgen niks anders te horen dan dat de gemeentewinkel 'echt heel veel goed doet en complimenten krijgt, eigenlijk zijn er maar tien klachten per jaar'. Wie goed leest, hoort wat ze werkelijk bedoelen: 'Val ons niet lastig met die mierenneukende zeurkousen, wij hebben het al druk genoeg met geen fouten maken.'

Vaak komt de gemeente zelf nog met een aanvullende verklaring waaruit blijkt dat de gebrekkige communicatie niets met onwil of laks personeel te maken heeft. De techniek heeft het altijd gedaan. Zo ook in Druten, waar de gemeentewoordvoerder de telefooncentrale de schuld gaf. Wat bleek: 'De gesprekken kunnen in de telefooncentrale niet worden vastgelegd, zo gaat informatie verloren en moeten burgers hun verhaal steeds opnieuw doen'. Ach wat een schattige uitleg.

Blijkbaar zijn alle computers waarmee je e-mails met vragen aan de betreffende ambtenaar of wethouder kunt sturen ook kapot. Misschien is ouderwets even naar de persoon toelopen met een briefje en het nummer een idee. Rooksignalen zijn ook een optie, maar dan moeten wel even de batterijen uit de gemeentelijke rookmelders. Desnoods weet ik nog wel een adresje voor een vloot postduiven.

Volgens de voorlichter wordt het techniekprobleem vanzelf opgelost. Druten schaft straks samen met fusiepartner Wijchen een moderne telefooncentrale aan. Als daar mensen achter gaan zitten met een ouderwets oprechte belangstelling voor de inwoners, dan komt het vast helemaal goed. Kortom, nog even geduld aub.


Dhr. E. van Wijk