Verjaardag

Als je jong bent, zijn verjaardagen een feest. Je krijgt cadeaus en je bent eindelijk weer een jaar ouder. Dat is mooi, want je wil zo snel mogelijk volwassen worden. Naar de grote school, brommer rijden, bier drinken, met meiden vrijen, geld verdienen, kortom over je eigen leven beschikken...

Toen ik 30 werd wilde ik stoppen met mijn verjaardagen vieren.

Vanaf die leeftijd had je het wel gehad, dacht ik. Het leven lag muurvast verankerd. De toekomst zou niet meer dan een grijs aftreksel van het heden zijn. Het omgekeerde gebeurde.

Ik vond de liefde van mijn leven, we kregen kinderen die op mijn verjaardag 's morgens vroeg bij me in bed kropen met zelfgemaakte tekeningen of knutselwerkjes. 'Voor de liefste papa', stond er op. Ik werd overladen met knuffels en kusjes.
Die kinderen zijn nu volwassen en ik ben gepensioneerd.

Ik heb veel dierbaren overleefd en besef dat ik niet onsterfelijk ben. Ik kan als de medische wetenschap wonderen blijft verrichten nog dertig jaar mee, maar ook morgen omvallen.

Deze week was ik jarig, ik had niemand uitgenodigd, vierde niks, maar werd toch verrast. Door mijn broer. Die kwam met een lichtgewicht fiets met zeven versnellingen aanzetten. Had-ie zelf samengesteld uit drie bij het schroot weggehaalde rijwielen. Ik had hem verteld dat ik meer wilde gaan fietsen. Voor de broodnodige lichaamsbeweging. Mijn gewrichten begonnen vast te roesten. 'Maar mijn fiets trapt wel erg zwaar', had ik verteld. Dus besloot hij me te verrassen.

Dat is gelukt. Sinds mijn plechtige communie heb ik niet meer zo'n mooie fiets gekregen. Ik bedankte mijn broer en was blij en ontroerd. Voor mij heeft hij een week staan sleutelen in zijn schuurtje.
Ik bedankte hem met een handdruk. We komen uit een liefdevol gezin, maar met het uiten van gevoelens waren we altijd al zuinig.

We dronken een glas wijn en daarna ben ik gaan fietsen door de polder.

Ik vier geen verjaardag meer, maar koester elke dag. Niet uit angst voor de dood, maar uit dankbaarheid voor het leven.