Vooruitgang

Op 1 juni 1967 lag hij in de winkel, de nieuwe elpee van The Beatles. Ik kon me alleen maar vergapen aan de kleurrijke hoes. Ik was 15 jaar en moest maanden sparen om 20 gulden bij elkaar te krijgen. Een jongen uit mijn klas kon Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band wel meteen kopen. We luisterden samen naar de nieuwe plaat en - eerlijk is eerlijk - hij viel me tegen.
Weliswaar was ik van Love me do en I want to hold your hand meegegroeid naar Norwegian Wood en Eleanor Rigby, maar dit was een vreemde verzameling liedjes in allerlei stijlen waaronder oosters gepingel en een door Ringo gezongen deuntje over vrienden.

Hier ging ik mijn zuurverdiende centen niet aan besteden. Ik had geen benul dat ik naar een meesterwerk zat te luisteren dat een halve eeuw later legendarisch zou zijn en weer op vinyl uit zou komen. In een opnieuw gemixte versie. Door de zoon van producer, genie en vijfde Beatle George Martin. De recensies waren lovend.

Ik heb de nieuwe Sgt. Pepper meteen besteld en zit al dagenlang te genieten van het frisse sprankelende stereogeluid. The Beatles zoals ik ze nog nooit heb gehoord, terwijl ik elk woord en elke noot ken. Mede dankzij mijn zonen die Sgt. Pepper ook een meesterwerk vinden en de meeste nummers tot op het bot hebben ontleed.

Ze hadden graag toen geleefd, toen de plaat uitkwam. "Maar dan waren jullie nu oud", zeg ik. "Dat zouden we er dik voor over hebben", antwoorden ze gemeend.

Ik vertel ze dat ik veel muziek uit mijn jeugd pas later ben gaan waarderen. En dat dat niets uitmaakt. Het is nooit te laat voor iets moois. "Als je naar de muziek van Johann Sebastian Bach luistert, wil je toch ook niet 300 jaar geleden geleefd hebben", poneer ik bijdehand.

Nee, die tijd mét pruiken en zónder elektrische gitaren lijkt ze niet zo aantrekkelijk. "En bovendien waren we dan nu hartstikke dood", zegt mijn oudste zoon.

We luisteren samen naar de nieuwe, knispervrije elpee die ik vijftig jaar geleden niet kon betalen en nu wel.

Ik neurie mee: It's getting better all the time.