Willeke is er klaar voor.
Willeke is er klaar voor. Foto: Willeke van der Wielen

Drutense reist naar Amerika voor uitdaging van haar leven

DRUTEN - 'Ik geloof erin dat dingen gaan zoals ze moeten gaan', aldus Willeke van der Wielen. En zo komt het dat ze aanstaande vrijdag op het vliegtuig stapt om in Amerika de Pacific Crest Trail te lopen. Een 4.268 kilometer tellende wandeltocht vanaf de Mexicaanse grens tot aan Canada. Fysiek en mentaal zwaar. 'De vraag is niet óf ik mijzelf tegenkom, maar wanneer.'

Reizen zit de 34-jarige Drutense in het bloed. Op haar vierentwintigste trok ze al zes maanden door Australië en Thailand, vijf jaar later maakte ze met haar toenmalige partner een wandeltocht in Nepal en twee jaar terug liep ze de Camino Frances. Een maand voordat ze aan de bekendste Pelgrimsroute door Spanje begon, zag ze bij toeval de film 'Wild'. Dit waargebeurde drama toont het verhaal van een jonge vrouw die, tijdens een persoonlijke crisis, een wandeltocht van meer dan 1.500 kilometer onderneemt, een deel van de Pacific Crest Trail (PCT) om precies te zijn. 'De film kroop onder mijn huid, de trail intrigeerde me. En toen ik vervolgens, tijdens mijn avontuur in Spanje, een man trof die de PCT al eens gelopen had, wist ik dat dit mijn volgende uitdaging was.'

Pacific Crest Trail
Vrijdag 31 maart stapt de Drutense op het vliegtuig, om een kleine week later op de grens van Mexico te beginnen aan de grootste uitdaging van haar leven, de Pacific Crest Trail. Deze trail is een van de drie bekendste wandelroutes in Amerika. Het langeafstandspad begint in het zuiden in het plaatsje Campo (Californië) op de grens met Mexico en loopt naar het Manning Park in Brits-Columbia (Canada). De route voert langs heuvelruggen en bergketens, waaronder de hoogste delen van de Sierra Nevada en de Cascade Range. De totale lengte van het pad is 4.286 km. Het hoogteverschil bedraagt ongeveer 4.000 meter.
'Als ik het wil, dan moet ik het nu doen, dacht ik. En zo is het balletje gaan rollen', aldus Willeke. 'Om een idee te krijgen van wat de tocht werkelijk inhoudt, heb ik veel blogs van wandelaars gelezen. Ook heb ik contact gezocht met ervaringsdeskundigen. Vervolgens moest er veel geregeld worden; vliegtickets, een visum en 'permits' om te kunnen starten én toegang te krijgen tot de Nationale Parken. En dan heb ik het nog niet eens over het materiaal dat je nodig hebt voor zo'n tocht. Het mag niks wegen, en zo min mogelijk plek innemen. Het moet tenslotte in één rugzak passen.'

Tocht
Buiten de tent, een slaapzak op maat ('anders verlies je teveel energie'), één set kleding en een afgepaste hoeveelheid eten, gaan er een fototoestel, telefoon, battery-pack, kaart en kompas mee. Om het thuisfront dagelijks op de hoogte te kunnen stellen van haar locatie, of hulp in te roepen in geval van nood, heeft Willeke een 'spot' bij zich, een personal messenger die berichten en noodsignalen kan verzenden. Eten koopt ze eens per week in, en laat ze naar punten op de route versturen. Op die manier hoopt ze weinig tijd te verliezen. Want, ze heeft 'maar' zes maanden om te tocht af te leggen. Dan loopt haar visum af. Om de eindbestemming op tijd te bereiken loopt ze zes dagen per week 30 kilometer per dag. Ze start in haar eentje, maar hoopt onderweg wel wandelaars tegen te komen met wie ze kan optrekken. Al is het om samen te lunchen, of op dezelfde plek te overnachten.

Fysiek afzien
Bij eerdere wandeltochten speelde met name het mentale aspect een rol. Nu wordt het ook fysiek afzien. 'Extreme hitte en droogte, sneeuwval, onweer, bosbranden, zaken waarmee ik waarschijnlijk allemaal mee te maken krijg. Maar ook vooral: pijn en vermoeidheid. Er komt een moment dat ik niet meer kan. En dán de kracht uit je tenen kunnen halen om door te zetten, dát wil ik meemaken. Doodgaan en doorgaan. Dat is deze tocht in drie woorden.'

De belevenissen van Willeke zijn de komende maanden te volgen in de Maas&Waler en via haar eigen blog: www.wilswanderlust.wordpress.com.