Dwaallicht

Soms lees je persberichten waarbij je halverwege denkt, ik zal toch niet debiel zijn? Als columnist heb je een dermate gezond ego dat je zelden aan je eigen gelijk twijfelt.

Het ligt dus aan de verstandelijke vermogens van de afzender, in dit geval de ambtenaren van de gemeente Beuningen.

In het kader van duurzaamheid lanceerden ze 'Licht waar nodig, donker waar mogelijk'. Een onderzoek naar de vraag waar openbare verlichting verminderd kan worden. Weurt moet als proefballon gelden, voordat de rest van de gemeente aan de beurt is.

Energieverspilling tegengaan is prima, maar in het persbericht staan best bizarre teksten: 'Soms voelen mensen zich veiliger in een verlichte straat. Maar als niemand naar buiten kijkt, is dat gevoel toch een schijnveiligheid?' Afgezien van de aardige woordgrap, heeft een straat verlichten vooral te maken met verkeersveiligheid en inbraakpreventie. Om over botbreukpreventie nog maar te zwijgen als je in 't donker over een spekgladde stoep je hondje uitlaat.
Een andere zin: 'Moet de gemeente een straat wel verlichten als reclame- of sportveldverlichting dat ook al doet?' Het is een weinig lumineuze oneliner, maar: Ja, daar betalen we verdorie belasting voor. Wel hebben ze een punt over de belachelijke hoeveelheid licht die de reclameborden produceren. Maar om de verlichting van een hele woonwijk nou af te laten hangen van sportvelden? Die lichtbakken gaan alleen aan tijdens wedstrijden of een training. Hoe mensen daarvoor en daarna een hand voor ogen gaan zien? Ik tast nog in het duister.
Een laatste zinnetje: 'Moeten we een voetpad verlichten dat na 21.00 uur niet meer gebruikt wordt?' Nogmaals: ja, dat is je werk en het voorkomt een aanranding of wat. En hoe weet je dat het niet gebruikt wordt, worden er poortjes en slagbomen neergezet als de avond valt?

'Licht waar nodig, donker waar mogelijk' is zinvol, maar het lampje van de ambtenaar die dit persbericht heeft opgesteld is duidelijk te vroeg uitgegaan.

Dhr. E. van Wijk