René den Biesen.
René den Biesen. Foto: John van Gelder

Door Elly Hagen

In de rubriek 'de Maas & Waler dat ben ik' maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier. Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.

Naam:                 René den Biesen
Leeftijd:                 58 jaar
Woonplaats:         Boven-Leeuwen

Aan de zachte G van René den Biesen hoor je waar zijn wieg stond. Vanaf de bovenverdieping van zijn huis kijk je bijna op de Maas en op Noord-Brabant. Met een vader uit Dreumel, en een moeder die is geboren in de molen in Beneden-Leeuwen, ligt zijn oorsprong in Maas en Waal. Zoals hij zelf zegt, 'ik heb Limburgs bloed, een Brabants uitzicht en Gelderse roots'.

Zuid-Limburg
Zijn ouders verhuisden na de oorlogsjaren naar Zuid-Limburg, omdat in dit gebied geen werk was. 'Dat was vroeger bijna hetzelfde als nu naar Australië emigreren', vertelt René. 'We hadden geen auto, geen internet en geen telefoon. Toen mijn zus en ik wat ouder werden kwam er wel een brommer. Een Mobylette, en daarmee kwamen wij naar Maas en Waal. We waren een dag onderweg en bleven dan een nacht bij oma, achter op de deel, in het stro slapen.'

Jurriëns
Nog wat later bezocht René zelf zijn familie. 'Ik was door de week in Limburg en in het weekend in Maas en Waal. Ik leerde Ellie kennen tijdens de kermis bij Jurriëns in Beneden-Leeuwen. Heel toevallig hebben mijn ouders elkaar daar ook leren kennen. Na ons trouwen zijn we in Boven-Leeuwen, de geboorteplaats van Ellie, gaan wonen. We kregen twee kinderen, Laura en Thijs.'

Vlotte prater
René is een vlotte prater en vertelt soepel over zijn actieve leven. 'Toch ben ik geen geboren prater', merkt hij op. 'Ik was vroeger juist een bleu, introvert manneke, die ook nog eens twee koppen kleiner was dan de rest. We gingen vanwege het werk van mijn vader vaak verhuizen, en ik ging na de lagere school, als enige uit ons dorp, naar de havo. Hierdoor heb ik geleerd om van me af te praten en voor mezelf op te komen.' Lachend: 'Je hoort me nu van een afstand al aankomen. Ik doe graag mee, ik ben een organisator en vind het niet erg om in het middelpunt te staan. Ik vind het fijn om mensen blij te zien en bij te dragen aan het bouwen van een feestje. Ellie is voor mij de ideale vrouw, want zij laat me hierin helemaal vrij.'

Druk baasje
René is wat je zegt een druk baasje. 'Ik ben bij voetbalvereniging DSZ hulpvader, lid van de technische commissie en voorzitter geweest. Momenteel ben ik secretaris, maar volgend jaar stop ik ermee. Ik wil me na twintig jaar weer op andere activiteiten gaan richten. Ik zit twaalf jaar in de organisatie van de Survivalrun. Dat is van een heel klein evenement uitgegroeid tot een groot feest met 600 deelnemers. Ik ben coördinator, doe een deel van de sponsoring en mag het gezicht naar buiten zijn. Met zijn vaste carnavalsmaat Anton viert René volgend jaar een jubileum. 'Dan lopen we voor de tweeëntwintigste keer mee in de carnavalsoptocht. Door mijn Limburgse achtergrond vier ik natuurlijk carnaval. Vroeger was ik nog actiever. Ik presenteerde een kindermiddag en ik was pastoor bij de boerenbruiloft. Ik las altijd uit een puzzelwoordenboek de preek voor en verbond vervolgens het bruidspaar in de onecht. Dat was iedere keer weer dikke pret.'

Popquiz
Als echte muziekliefhebber, is de jaarlijkse Maas en Waalse popquiz, in 't Zwaantje in Deest, voor René een jaarlijks hoogtepunt. 'Ik organiseer het met buurman Noud, vriend Jan Vernooij uit Gennep en onze dochter Laura. Een ander hoogtepunt dit jaar, was dat ik rockfestival 't Zeeltje in Deest mocht presenteren. Daar was een Status Quo-tributeband, met daarin de originele drummer van Status Quo. Ik reisde als jong manneke met lange haren, een sikje en oorbellen de band na. Zij stonden nu als zeventigers op het podium en ik stond er, net als in mijn jonge jaren, van te genieten.'

Levendig dorp
René is accountmanager en reist door heel Nederland. 'Ik ontmoet veel aardige mensen, maar nergens is het beter dan thuis. Ik heb een fijn gezin en we hebben een hele gezellige buurt waar veel kan. Als ik in de voortuin ga werken, ben ik bijna voortdurend aan het praten met buren en voorbijgangers. We halen regelmatig een geintje met elkaar uit. Dat lok ik ook wel uit, want het schept een band en houdt buurt en dorp levendig.'