Wisse in Kaapstad, 2005.
Wisse in Kaapstad, 2005. Foto: Jeske Kortenhorst

Naschrift

Wisse Amani Zevenbergen

Door Jeske Kortenhorst

Kigali, 4-5-1992 – Maasbommel, 25-12-2005

"Een kerstverhaal over een schitterende jongen, Wisse Amani Zevenbergen. Geboren op Dodenherdenking, gestorven dertien jaar later op de Dag van het Licht. Hij heeft een steen in de rivier verlegd, zoals Bram Vermeulen zo mooi verwoordde. Ik denk dat veel mensen ontroerd raken, wellicht troost ervaren en tot een moment van bezinning komen bij het lezen van dit naschrift over mijn zoon."

Hij werd geboren op Dodenherdenking 1992 in Kigali, Rwanda. Net na de lunch, in het huis van arts en vroedvrouw Theo en Els Pas. De genocide kondigde zich aan met incidentele moorden: die ochtend werd de hoofdzuster van de kraamafdeling in het ziekenhuis doodgeschoten. We noemden hem Wisse Amani. Wisse, Zeeuwse koosnaam voor 'Willem', naar zijn opa, en afgeleid van het Germaanse woord 'wiso', wat 'goed' betekent. Amani is vrede in het Kiswahili. In Rwanda was Wisse een bron van vreugde, een lichtje in donkere dagen.

Wisse had een internationale jeugd, hij woonde met zijn ouders achtereenvolgens in Rwanda, in Mali en in Niger, waar hij naar de Amerikaanse school ging en Engels leerde. Met liefde en geduld hielp hij er zijn zusje Hannah wennen aan groep 3. Hij leerde paardrijden, doorwaadde tot zijn middel te paard de rivier en won een springconcours.
Wisse werd elf toen hij net in Nederland kwam. Bij de C'tjes van voetbalclub DBV in Maasbommel sloeg hij zelden een training of wedstrijd over. In Alphen ging hij naar groep acht, waar dyslexie geconstateerd werd, en in Oss naar de brugklas. Wisse was een sterretje, zo vrolijk, sociaal, nieuwsgierig, hulpvaardig. Dat laatste was hij meest van al. Zo ontwikkelde hij een politieke mening over klimaatverandering en rassenkwesties. Onrecht verdroeg hij niet en Wisse nam het dapper op voor dorpsgenoten die gepest werden, al kon hij er zelf ook wat van. Vermetel was Wisse. En kwetsbaar. Ook doordat hij zo klein van stuk was.

Het laatste jaar werd Wisse ernstiger, soms verstarde hij in een ellendig gevoel dat hem plotseling overviel. Met liefde, geduld en aandacht krabbelde hij na een poosje overeind om weer de extroverte, levendige Wisse te worden. "Ik ben veranderd", schreef hij eens in een briefje aan zijn moeder. Hij vroeg een keer hoe het was om voor de trein te springen en vroeg hoe lang het duurde voor je dood was als je je ophing. Hem kennende, leken het vragen uit ongebreidelde nieuwsgierigheid.

De dag vóór Kerst voetbalde Wisse op zijn sokken op het zompige trapveldje in het dorp, om zijn gloednieuwe lichtgrijze sportschoenen te sparen. Hij wenste iedereen een fijne kerst en had zijn kerstvakantie vol gepland met leuke afspraken.

Op een rotdag, die de dag van het licht had moeten zijn, kerst 2005 in Maasbommel, nu tien jaar geleden, liet hij zijn familie en vrienden als een donderslag bij heldere hemel achter, in wanhoop en verdriet.

Toen de motor van de auto al draaide, de achterbak volgestouwd met schotels en servies voor het kerstdiner bij een oom, was Wisse zoek. Zijn broer vond hem. De ambulance en traumaheli kwamen twintig minuten later. Er was geen redden meer aan.

We zullen nooit weten wat er in zijn hoofd om ging toen hij zich ophing aan zijn Afrikaanse doek, een Keniaanse kikoy, omgekleed in zijn feestkleren, met zijn oude gympen aan de voeten.

Wisse had een wens in de Kerstboom gehangen: "Ik wens lievde en vrede op aarde voor ee idereen", bij een tekening van een helikopter, een bom en een geweer met een kruis erdoorheen.

Hij werd 13 jaar en 1.39 meter.