Adriaan Strik.
Adriaan Strik. Foto: Hans Barten

Door Hanneke Sizoo

In de rubriek 'De Maas & Waler dat ben ik' maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.

Naam:                Adriaan Strik
Leeftijd:                85 jaar
Woonplaats:        Batenburg

Pal tegenover de ingang van de ruïne in Batenburg woont Adriaan Strik, samen met zijn vrouw Tiny, al vijfenvijftig jaar lang. Het idyllisch witte monumentenpand staat bekend als 'tijns'-huis, de vroegere benaming voor de belasting die werd geheven door de kasteelheren. Hoor je het verhaal van Adriaan, dan weet je dat niemand beter op deze historische plek kan wonen dan hij.

Monumentencommissie
Adriaan is samen met de boswachter van verderop toezichthouder voor de ruïne. Ook is hij contactpersoon bij voorstellingen en feesten, geeft rondleidingen rond de ruïne en verzorgt stadswandelingen in Batenburg. Daarnaast zetelt hij in de monumentencommissie van Wijchen. Adriaan: 'Ik ben voorstander van een monumentaal Batenburg. In 1902 is heel Maas en Waal met luchtfoto's in kaart gebracht. Daarop is prachtig te zien hoe idyllisch het stadje Batenburg er bij lag, omgeven met boerderijen. We hebben hier verhoudingsgewijs veel monumenten, dus de monumentencommissie zit regelmatig om tafel met eigenaren, geeft voorlichting en advies.'

Adriaan zou graag zien dat Maas en Waal haar best doet om de rode boerderijen, gebouwd in de periode van de eerste ruilverkaveling, te behouden. 'Het is historie uit een periode van na de oorlog, de boerderijen zijn daardoor eigenlijk monumentaal. We zouden ze een beschermde status moeten geven. En er zeker geen megastallen tegenaan moeten bouwen.'

Mooi metselwerk
Adriaan volgde vroeger na de ambachtsschool een opleiding tot bouwkundig tekenaar. Door zijn jarenlange ervaring in de bouw, ook met renovaties, kijkt hij anders naar gebouwen zoals de meeste mensen doen. Het verklaart zijn passie voor de ruïne. 'Ik kan bijvoorbeeld enorm genieten van mooi metselwerk, het is een vorm van kunst. Veel respect heb ik voor de mensen die het maakten. Ik ben blij als ik mijn verhaal over de ruïne goed heb overgebracht op bezoekers. Dan zeggen ze: 'Het was fantastisch meneer Strik, we hebben het kasteel helemaal voor ons gezien'. Een groter compliment kan ik niet krijgen.'

Spoorbrug Ravenstein
Verhalen vertellen over vroeger, dat doet Adriaan graag. Over zijn vader bijvoorbeeld, met wie hij na de oorlog samen 'op klus' ging in Nijmegen. Na het bombardement waren er veel vaklui nodig voor de wederopbouw van de stad. 'Er is een tijd geweest dat ik in Ravenstein op de trein sprong naar Nijmegen. Er lag toen een houten spoorbrug over de Maas, waar de trein niet harder dan vijf kilometer per uur overheen mocht. Later ging ik met de brommer heen en weer naar Nijmegen, mijn vader en ik werkten mee aan de bouw van 1.000 huizen in de wijk Hatert.'
Koffers sjouwen
Over zijn moeder vertelt Adriaan dat zij wasvrouw was in het klooster in Batenburg, waar meisjes van 'gegoede stand' verbleven om de Franse taal te leren. Zijn moeder zorgde ervoor dat Batenburgse jongens tegen betaling de koffers van de meisjes naar het station sjouwden. Over zijn zus vertelt Adriaan dat ze in de oorlog dienstmeisje was bij – wat later bleek - een NSB-er. Tegen het einde van de oorlog werd het huis van de NSB-er door woedende Nederlanders geplunderd, waarop de man zijn eigen personeel verdacht van diefstal. Hij liet de Gestapo een inval doen in het ouderlijk huis van de familie Strik in Batenburg. De hele gemeenschap kwam kijken wat er aan de hand was. Daar aan terugdenken, het emotioneert Adriaan nog steeds.
Verheugen
Adriaan is blij dat hij als vijfentachtigjarige nog zo vitaal is, ook al gooide een klein infarct een half jaar geleden even roet in het eten. 'Maar ik voel me weer goed, heb gisteren nog de hele dag met vloertegels lopen sjouwen. Ook steek ik veel tijd in de tuin, waarvoor ik zelf alle planten en bloemen kweek. En ik ben blij met mijn vrijwilligerswerk, het geeft invulling aan mijn dag. Soms kom ik op plekken waar ouderen niet veel anders doen dan een beetje voor zich uit kijken. Eenzaamheid is iets vreselijks. Dan houdt het leven eigenlijk een beetje op. De dagen moeten niet altijd hetzelfde zijn, het is juist fijn om je te verheugen op iets dat nog gaat komen.'