Willem van Gelder.
Willem van Gelder. Foto: Hans Barten

Door Hanneke Sizoo

In de rubriek 'De Maas & Waler dat ben ik' maken we wekelijks kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Maar ook, wat zouden ze graag toevoegen aan de regio? En aan welke plek hebben zij bijzondere herinneringen? Het resultaat, bijzondere portretten van gewone mensen met een eigen verhaal.

Naam:        Willem van Gelder
Leeftijd:                79 jaar
Woonplaats:        Beneden                 Leeuwen

'Heb je voor de deur mijn botsauto zien staan', grapt Willem van Gelder na onze begroeting. Hij doelt op zijn brommobiel. 'Als ik er in rijd en in mijn spiegel naar achteren kijk, zie ik alleen maar lachende gezichten. Op straat zei laatst een jongen tegen me: Meneer, u moet er rubbers omheen maken.' De reden dat Willem in de brommobiel rijdt heeft te maken met een infarct, nu twee jaar geleden. 'De eerste tijd leefde ik als een kluizenaar en was van iedereen afhankelijk. Tot een therapeut opperde een scootmobiel aan te schaffen, zodat ik gemakkelijker onder de mensen kom. In eerste instantie vond ik het een afgang, zo'n ding. Maar ik ben inderdaad contactbehoeftig en klets graag. Nu vind ik de scootmobiel een uitkomst. Ik heb weer zin om dingen te doen, als ik wil kan ik er op uit. En voor de langere ritjes pak ik de brommobiel.'

Naar de Filistijnen

Willem werd geboren in Leeuwen, als zoon van meubelfabrikant Cees van Gelder. Het is bijna niet voor te stellen, maar tot de jaren zeventig telde de gemeente Wamel achttien meubelfabrieken, groot en klein. Eén daarvan was meubelfabriek Van Gelder en Van Os, een bedrijf dat sinds 1928 bestond en waarvan Willems vader mede-eigenaar was. De fabriek huisde in het pand waar nu het Toverbaltheater gebruik van maakt. In de jaren vijftig nam Willem het bedrijf over, samen met zijn compagnon Jos van Os. 'We investeerden in moderne machines, bezochten beurzen in binnen- en buitenland en maakten de opkomst van teakhouten meubelen mee. Tot die tijd werd bijna alles van eikenhout gemaakt. Het waren gouden tijden. De meubelindustrie in Nederland bood in die tijd werk aan 20.000 mensen. Maar in de jaren zeventig kwam de kentering. Uit het Oostblok kwamen compleet gemonteerde meubelen tegen prijzen waarvoor wij nog niet eens het materiaal konden aanschaffen. Ook hebben we IKEA zien groeien. Dat een vooraanstaand bedrijf als Van Gelder en Van Os uiteindelijk naar de filistijnen ging, dat heeft pijn gedaan.'

Santiago de Compostella

Maar Willem pakte door. Hij werkte een aantal jaren bij het meubelbedrijf van zijn neef, reed op een taxi, plukte appels en peren en at ondertussen zijn huis op. Nadat zijn huwelijk strandde nam Willem het besluit te gaan fietsen naar Santiago de Compostella. 'Ik had het nodig om tot mezelf te komen. Ik kocht een randonneurfiets en maakte proefritjes, onder andere op de Grebbeberg bij Rhenen. Een peulenschilletje, vond ik toen. Maar de Vlaamse Ardennen waren andere koek. Ik vond het zo zwaar dat ik overwoog om naar huis te gaan. Toch zette ik door. Van de molen in Leeuwen tot de kathedraal, dat was 2.800 kilometer. Ik deed er twee maanden over. Iedere dag fietste ik zeventig kilometer en waar het mooi was, bleef ik iets langer hangen. Tijdens deze reis veranderde ik mijn naam van Wim in Willem, naar mijn opa.'

Drie keer zo lang als vroeger

De afgelopen jaren deed Willem veel vrijwilligerswerk. Bij het streekmuseum en bij stoomgemaal De Tuut. Ook zong hij in twee koren. 'Nu vul ik mijn dagen met therapie, boodschappen doen, koken, knutselen en mailen. Dat ik over alles drie keer zo lang doe als vroeger, dat moet ik maar accepteren. Ik probeer mijn contacten buiten de deur te onderhouden en volgend jaar hoop ik mijn tachtigste verjaardag te vieren.'

Doodskist

In Willems' huiskamer staat tegen de muur een zelfgemaakte doodskist van kersenhout. 'Regeren is vooruitzien,' zegt Willem. 'Ik heb goed uitgezocht hoe het moest. Heb er zelfs in gelegen, want ik moest toch weten of ik er in paste. Naar mijn dochter stuurde ik een foto, voor de zekerheid met een briefje in mijn hand met de tekst: 'Dit is niet echt'. Zolang ik de kist niet nodig heb, gebruik ik hem als kast. Hij moet nog wel in de lak gezet en de handgrepen ontbreken. Maar dat komt wel.'

Bij het afscheid zegt Willem: 'Het is woensdag vandaag. Dus ik ga zo nog even naar de markt, een visje kopen. Liefst rode poon. Als de visboer mij ziet dan zegt hij: 'Dag meneer poontjes.'