Michel Janssen.
Michel Janssen. Foto: Hans Barten

'Varen kan altijd nog'

In deze serie belichten we beroepen die sterk gebonden zijn aan deze regio. Maas en Walers vertellen over hun werk: Wat houdt het in en wat maakt het zo bijzonder? Elke aflevering sluiten we af met informatie over de werkgelegenheid voor het beroep.

Door Hanneke Sizoo

'Ik wil mijn verhaal over het beroep van binnenvaartschipper best vertellen, vooral om het beeld bij te stellen,' zegt Michel Janssen (38) uit Deest. Als geen ander weet hij hoe het vak in de loop der jaren veranderd is. Als kind van binnenvaarschippers groeide hij op. Nu is hij samen met zijn vader zelfstandig ondernemer en varen zij op het koppelverband de JABO – een afkorting van Janssen en de Bot, Michels ouders -, een motorschip met duobak van 181 meter lang en 14,20 meter breed.

Als jongetje van zes jaar oud ging Michel van boord en verbleef doordeweeks op het schippersinternaat in Rotterdam. 'Toen was dat heel normaal,' zegt Michel. 'Maar nu besef ik pas hoe moeilijk het was om zo jong van huis te zijn. Misschien komt dat wel omdat ik nu zelf vader ben van een zoontje. Na mijn middelbare school volgde ik de LTS, een deel van de MTS en de schippersschool. Toen ik op mijn 22e met mijn ouders wilde gaan varen, overleed mijn moeder.'

Chinezendiensten

'Mijn vader en ik gingen samen verder. We draaiden 'Chinezendiensten', zoals we dat noemden: eenmaal op, nooit meer af. We vervoerden alle goederen die maar los gestort werden: zand, kolen, erts, graan, mais of stoepranden. Toen de zaken goed gingen kochten we een groter schip, waar drie bakken aan gekoppeld werden, één voor, twee opzij. We groeiden, namen personeel aan en werkten in ploegen. De JABO, het schip waar we nu op varen, vervoert voornamelijk oud ijzer en kolen. Jazeker is dat lucratief, je wilt niet weten wat er verdiend wordt aan onze consumptie- en wegwerpmaatschappij. Stel je voor: het ijzer dat wij vervoeren komt uit Scandinavië. Via Rotterdam gaat het naar Kehl in Duitsland. Daar wordt het gesmolten. Wij varen vervolgens leeg naar Mannheim, laden weer oud ijzer, varen naar Gent, vanwaar de vracht naar Turkije gaat. Toch voelen we nu ook de gevolgen van de crisis, we houden er stukken minder aan over.'

Romantiek

'Mensen zien een schip voorbij varen en denken vaak nog dat de soep op een potkachel staat te pruttelen. Een romantisch en achterhaald beeld. De binnenvaart is een professionele en volcontinue bedrijfstak. Natuurlijk zijn de verhoudingen veranderd; het ontzag voor de kapitein, zoals dat vroeger wa, is niet meer, we zijn gelijken. We hebben allemaal onze eigen woning aan boord met de nodige luxe. Als het even kan eten we met elkaar, dat vinden we een belangrijk moment. Eenmaal aan boord maak je lange dagen. Ik probeer trouwens regelmatig de fitnessapparatuur te gebruiken, want als schipper heb je vooral een zittend beroep.

'Mijn vader zei vroeger, toen ik nog niet wist wat ik wilde worden, 'varen kan altijd nog'. Maar ik ben besmet. Ik houd van dit vrije leven, het buiten zijn, ver weg kunnen kijken. Tijdens het laden en lossen is het vaak even wat rustiger en kan ik van boord. Mijn favoriet is Gent. Dan pak ik de tram of een taxi en ga even de stad in. Dat maakt het extra leuk. Het varen, je moet er wel tegen kunnen. Door de ploegendiensten ben je niet bij ieder feestje en heb je een vriendin, dan zie je haar soms een paar weken niet. Maar ach, er is skype, dat maakt het allemaal wat makkelijker.'

Werkgelegenheid

De werkgelegenheid voor het beroep binnenvaartschipper volgens Hans Bink van het Werkgevers Servicepunt Rijk van Nijmegen:

'De afgelopen jaren is het aantal binnenvaartschippers flink teruggelopen als gevolg van faillissementen. De binnenvaart kenmerkt zich op dit moment door een lastige situatie op korte termijn, maar goede vooruitzichten op lange termijn (Bron: Arbeidsmarktinformatie VTL). De binnenvaart profiteert van betere economische omstandigheden en van de aanhoudend sterke vraag naar kolen uit Duitsland. Voor jongeren is het moeilijk om een baan te vinden in de binnenvaart. Op dit moment is te zien dat schepen overstappen van 18/24-uurs vaart naar 14-uurs vaart, waardoor er minder mensen nodig zijn. We zien de huidige volumegroei in de binnenvaart nog niet terug in een groei van het aantal vacatures bij UWV. Als we kijken naar het landelijke beeld, dan zien we op jaarbasis nog wel tientallen nieuwe vacatures.'