Jolanda Kwint.
Jolanda Kwint. Foto: Ger Loeffen

De Maas&Waler dat ben ik: Jolanda Kwint

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In de rubriek ‘de Maas & Waler dat ben ik’ maken we kennis met inwoners van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat, een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.

Naam: Jolanda Kwint
Woonplaats: Ewijk
Leeftijd: 36 jaar

Toen in 1976 de Ewijkse brug over de Waal voltooid was, verloor het oude veerhuis zijn oorspronkelijke functie. Sinds ongeveer drie jaar is het nu de bijzondere woning van Jolanda en haar gezin.

‘Ik ben geboren in Tiel en heb ook in Weurt gewoond’, vertelt ze, ‘maar vanwege ons bedrijf zijn wij hier terechtgekomen. Ik heb altijd hard gewerkt om een eigen onderneming op te bouwen. Mijn vrouw Elke en ik kochten oude meubels op die we weer een nieuw uiterlijk gaven. Maar het was echt hard werken: schoonmaken, schuren, spuiten. Nu doen we dit alleen nog maar met keukens.’ 

Amerikaans barbecueën
Helaas blijkt het fysiek erg zwaar te zijn. ‘Ik heb drie hernia’s gehad, en vervolgens word ik nu geplaagd door artrose. Maar ik ben iemand die het positieve van alles in wil zien. Nu denk ik: zonder die gezondheidsproblemen was ik nooit zover gekomen met mijn hobby: barbecueën.’ Jolanda legt uit dat ze bij het gewone barbecueën al gauw geboeid raakte door het zogenoemde Amerikaans barbecueën, een manier waarbij het vlees langzaam gegaard wordt, op vrij lage temperaturen. ‘Om het vlees een extra lekkere smaak te geven injecteren we het met bier, appelsap, whisky en marinades.’ Deze hobby lijkt uit de hand te lopen, want Jolanda moet er meer en meer tijd in steken. ‘Mensen verlangen wel vaak meer en beter, en dat kost tijd en aandacht. Ik doe regelmatig mee aan wedstrijden, maar helaas zijn de kosten daarvoor niet gering. Je praat al gauw over een duizend euro per wedstrijd.’ Dat is de reden waarom ze de stoute schoenen aantrok en een vleesbedrijf belde met de vraag om sponsoring. Ze had geluk: men zag er wel wat in en bood haar zelfs meer dan wat ze vroeg. Nu wordt ze binnenkort het nieuwe gezicht voor de barbecueproducten van haar sponsor.

‘Nee, andere hobby’s heb ik niet, of ja, nou ja, eigenlijk speel ik wel een beetje gitaar’, geeft ze toe. Even later vertelt ze met ingehouden enthousiasme, terwijl ze wijst op een opvallend geplaatste zwartglanzende vleugel, dat ze graag samen musiceert met haar vrouw en haar dochter. Een muziektrio dus. ‘Ik hou van rock en country, maar evengoed van Elvis en jaren ’50-muziek. Ik heb wel aardig wat feeling voor muziek, maar het is jammer dat ik de houding van het gitaarspelen, een beetje voorovergebogen, niet zo goed kan volhouden met mijn rug. Oh ja, en een beetje gamen, dat doe ik al sinds mijn jeugd, gewoon, voor de ontspanning.’

Voormalige veerhuis
Het voormalige veerhuis staat op een prachtige plek, niet ver van de brug. In de modern afgewerkte wanden en verrassende indeling (’We hebben veel veranderd en zijn er nog steeds mee bezig’) herken je niet veel meer van de oude situatie. Of het moeten de vele trappen zijn die uiteraard bij een dijkhuis horen. Toch leeft er nog veel historie in het pand. ‘Waar we nu onze woonkamer hebben, was in die tijd het cafégedeelte. Op zolder hebben we nog oude foto’s gevonden, uit de tijd dat op enkele honderden meters afstand de brug in aanbouw was. Tijdens de heiwerkzaamheden ontstonden er scheuren in de muren van dit huis. Het gebeurt regelmatig dat oudere mensen even blijven stilstaan en vertellen dat ze hier als kind vroeger snoep kochten. We hebben inmiddels al heel wat mooie verhalen gehoord.’

Honden
In een geheel afgescheiden gedeelte van het pand is een plek ingericht voor iemand die daar begeleid woont, en een van de andere ruimtes is omgetoverd tot een fraaie bar. Antracietkleurige wanden, een ronde tap, gezellige zachte banken en licht in bijzondere kleuren geven het geheel een totaal eigen, rustgevende sfeer. De drie honden (twee husky’s en een zeer vriendelijk ogende Pomeriaan) in het huisgezin voelen zich er wel bij.
‘Ja, die honden’, zegt Jolanda, ‘die honden, daar draait in feite ons hele leven om. Eigenlijk hebben die beestjes het hier voor het zeggen, bij wijze van spreken. Er is altijd wel iemand thuis om voor hen te zorgen. Triest is, dat niet lang geleden onze kat hier op de dijk is doodgereden.’

‘In het dorp ervaar ik uitsluitend positiviteit en hartelijkheid. Mijn leven voelt fijn en compleet aan, maar één ding doe ik niet, en dat is stilzitten’, besluit Jolanda.

Door Ton van Hulst