Geert Wijn zwemt IJsselmeer over

STAVOREN - Zwemmend van Medemblik naar Stavoren, Drutenaar Geert Wijn ging de uitdaging aan. De oversteek van het IJsselmeer, een afstand van 22 kilometer, is de langste zwemmarathon in Nederland en wordt gezien als een van de zwaarste openwater zwemtochten in Noord-Europa. Een goede voorbereiding, en een strak schema tijdens het zwemmen, maakte dat Geert het traject in 6,5 uur wist af te leggen.

‘Voorafgaand aan de challenge had ik puur als doel de tocht uit te zwemmen. Omdat ik het, eenmaal in het water, niet echt zwaar had, kon ik er ook echt van genieten’, vertelt Geert na afloop. Hij begon in mei vorig jaar met openwater zwemmen vanwege corona. En toen de zwembaden weer open mochten, bleef hij dat doen.

‘In maart van dit jaar werd me duidelijk dat het IJsselmeer oversteken mogelijk was als ik zou doortrainen op de manier waarop ik al bezig was. Na 16 maanden, 710 kilometer en circa 180 zwemsessies was ik er dan ook wel klaar voor’, aldus de zwemmer.

Strak plan
In overleg met de organisatie Zwemanalye besloot Geert, omwille van de wind, golven en dreigende weersomstandigheden, niet te kiezen voor de klassieke route van Stavoren naar Medemblik, maar andersom. Tijdens zijn prestatie werd hij begeleid door een boot met zijn zoon, zijn coach en een cameraman. ‘Mijn coach regelde onderweg dat ik op de juiste momenten dronk en at, en hield via Whatsapp mijn volgers op de hoogte van de voortgang. We hadden een strak plan gemaakt dat ervoor zorgde dat ik de hele tocht ontspannen kon zwemmen’, aldus Geert.

Succesvol
‘Het liep als een trein. Alles klopte. De voorbereiding, de uitvoering, het voedingsplan, de finale, mijn begeleidingsteam, het hele plan van deze krankzinnige zwemtocht, de support en reacties van de volgers en de ontvangst in Stavoren, Medemblik en thuis. Het was een onderneming die succesvol was omdat de focus lag op de juiste zaken die je individueel en als team kunt beïnvloeden en met een idioot en uitdagend, maar reëel doel voor ogen. Het was bijzonder, alles bij elkaar, en het heeft mij meer gebracht dan die uitzonderlijke sportieve prestatie alleen.’