Karter Quinn Winkel op podium in NK

BERGHEM – Een beetje tot zijn eigen verrassing stond karttopper Quinn Winkel zondag weer op het podium tijdens de zesde ronde van het Nederlands kampioenschap KZ2. De 21-jarige coureur was in de hoogste, meest prestigieuze kartklasse van Nederland als tweede geëindigd. En dat was eindelijk weer ‘zoals het hoort’.

“Ja, het was soort van onverwacht”, bekende een blije Quinn op het circuit van Berghem. “Tijdens de trainingen was ik niet snel genoeg. We hebben de afgelopen tijd een beetje moeite de juiste snelheid te vinden. Dat ligt voor een deel aan mezelf; ik kreeg de laatste tijd niet meer mijn oude snelheid uit de kart.”

“Ik wil misschien iets te graag, denk ik. Ik heb ook een nieuw chassis en daar kan ik moeilijker mee omgaan. Dat is raar, want het is hetzelfde type, maar dan een nieuw. Meestal is een nieuwe sneller. Maar in de finale kon ik gelukkig weer meedoen om de overwinning.”

Afgelopen weekeinde was zijn snelheid in eerste instantie nog niet wat ze zou moeten zijn. Een podiumplaats leek nog ver weg. “We kwamen vrijdag vijf, zes tienden tekort. Maar zaterdagochtend zaten we er in één keer bij met de wedstrijdmotor op de kart. Ik was drie tienden sneller. Vanaf dat moment heb ik het weekend goed kunnen opbouwen.”

Dat liet hij al zien tijdens de kwalificatie. “Daarin heb ik echt wat uit de hoge hoed getoverd. Ik stond dertig seconden voor het einde op poleposition; ik was op dat moment vijf duizendsten van een seconde sneller dan de nummer twee. Het zat zó dicht op elkaar. Ik weet niet precies wat ik heb gedaan. Ik weet alleen dat ik er goed voor ben gaan zitten. In de laatste ronde was Jeffrey Fikse helaas nog 5 honderdsten sneller.”

Bovendien zat de top zes op acht honderdsten van elkaar. Veelzeggend over de hevige competitie die deze voorname klasse kenmerkt. “Dat de verschillen zo klein waren, was gaaf. Jammer natuurlijk dat ik net niet poleposition pakte, maar tweede was alsnog beter dan we hadden verwacht.”

Zo stond hij aan de buitenkant van de baan op P2 bij de start voor de eerste race. Quinn was er blij mee: “Aan de binnenkant is het aardig lastig omdat die echt van de racelijn af is. Daardoor ligt daar meer vuil op de baan.”

Hij moest in de race hard knokken voor zijn plek op de baan. “Ik miste wat snelheid en het kampioenschap speelde door mijn hoofd. Al heb ik een plek in de top drie (er is nog één NK-ronde te gaan dit seizoen, red.) wel veiliggesteld. Ik kon Jeffrey volgen en heb de hele tijd op twee gelegen met Coen Doorn vlak achter me. Op een gegeven moment was Coen zo snel dat hij me inhaalde. Toen kwam Daniel Tenback ook nog voorbij. Daardoor ben ik uiteindelijk vierde geworden.”

Zodoende moest Quinn de finale als vierde starten. “Stond ik toch weer op de buitenste lijn. Ik had een goede start en rukte gelijk op naar drie. Jeffrey deed op een gegeven moment een actie op Coen, waardoor ik er mooi tussendoor kon. Toen lag ik op één, maar daarna kwam eerst Jeffrey en daarna Coen me weer voorbij. Vanaf dat moment heb ik de race gemanaged door proberen geen fouten te maken. Ik heb het groepje achter me op afstand gehouden zodat ik de wedstrijd op P3 kon uitrijden.

Ik kwam dan ook als derde over de streep, maar door een tijdstraf voor een rijder voor me werd ik toch nog tweede.”

Een ouderwets topresultaat voor Quinn. Het heeft zijn titeldroom levend gehouden, al is kampioen worden wel heel moeilijk. “Qua schrapresultaten sta ik er redelijk goed voor, maar ik ben afhankelijk van de prestaties van Coen en Jeffrey. Ik moet bij de volgende NK-ronde dus heel veel geluk hebben.”

Die wedstrijd wordt gehouden in Genk. “We gaan er nog een paar keer trainen en Genk ligt me meestal wel goed. Ik ga er voor de winst!”

Quinn bedankt Sander Dekkers voor de motoren. “Hij maakt altijd weer een raketje.”