Karter Thijs Stevens laat meteen zien hoe snel hij is: winst in eerste ronde NK

EINDHOVEN – Een ultieme start van het NK Rotax Max voor karter Thijs Stevens, afgelopen zaterdag in Eindhoven. Het tienjarige talent uit Druten won zaterdag zowel de prefinale als de finale in de Minimax-klasse. Op circuit De Landsard liet hij zo meteen zien dat hij dit jaar voorin mag worden verwacht.

“Het ging heel lekker. Het voelt heel goed zo het NK in de Minimax-klasse te beginnen”, zei een tevreden Thijs. Zijn winst kwam niet eens echt onverwacht voor hem. “Gisteren dacht ik al dat ik misschien wel eerste kon worden. Ik had heel snelle rondetijden in de training en de kwalificatie ging ook heel goed, want toen pakte ik poleposition.”

Dankzij de coronacrisis is het NK dit jaar heel laat begonnen. Om na de lockdown toch nog wat wedstrijdritme te kunnen opdoen, reed Thijs eerder al een clubwedstrijd op het circuit van Venray. Ook die won hij. Knap, want het is voor Thijs pas zijn eerste jaar in de Minimax-klasse.

En wennen aan de nieuwe kart dan? Dat viel wel mee. “Ik vond het niet zo moeilijk. Ik had de kart snel onder de knie. Het gaat harder en de rijders zijn sterker. Dat maakt het nog leuker dan racen in de Micromax-klasse, wat ik hiervoor gedaan heb.”

Voor corona reed hij al een aantal keer in zijn Minimax-kart. In februari reed hij in Berghem zelfs al zijn eerste race in de klasse. Dat was tijdens de tweede ronde van de Winter Cup van organisator Chrono. “Tijdens de eerste training ging hij meteen hard, al ging hij meteen over de kop”, blikte Thijs’ vader terug. “Rustig aan doen zit er niet in bij hem. De volgende dag moest hij kwalificeren en stond hij op pole. In de prefinale werd hij toen tweede en in de finale werd hij derde in zijn nieuwe kart.”

Kortom: Thijs is al sinds zijn eerste meters in de Minimax-kart snel. Daarom ziet de snelle Gelderlander dit jaar niet als een leerjaar, ook al is hij dus nog een rookie. Hoe hij erin slaagt meteen zo snel te zijn? “Gewoon geconcentreerd blijven en de andere jongens voorbijrijden”, zei hij. “Bij de start ben ik wel even zenuwachtig, maar tijdens het formeren word ik rustiger. Dan heb ik er geen last meer van.”

Zijn fanatisme gekoppeld aan een steile leercurve kenmerkt Thijs al zijn hele kartleven, wist zijn vader. “Toen Thijs zes jaar was, gingen we voor het eerst trainen in een Parolin Rocky-viertaktkart. In augustus van dat jaar werd hij zeven. We waren op vakantie en hij vroeg me: mag ik meedoen aan het NK? Ik zeg: je bent net een week zeven. We hebben het toch maar gedaan. We zouden gewoon kijken wat er ging gebeuren. Van tevoren hadden we één keer getraind. Tijdens het kwalificeren werd hij meteen derde.”

De volgende keer dat Thijs in actie komt, is tijdens het NK in Kerpen in september. Daar hoopt hij natuurlijk opnieuw die P1 te pakken. “Niets is leuker dan winnen!”