Diena Kruisbergen.
Diena Kruisbergen. Foto: Joyce Schippers-Kruisbergen

106 Kaarsjes op de taart van Diena Kruisbergen

Mens

WAMEL - Diena Kruisbergen werd afgelopen vrijdag 106. De Wamelse hoeft niet zo nodig in het middelpunt te staan, maar wil wel onthullen wat het geheim van een lang leven is.

‘Doodgaan doe je maar één keer en het leven is zo mooi’, zegt Diena Kruisbergen op de dag dat ze 106 wordt. Ze woont sinds een jaar in Huize Elisabeth in Beneden-Leeuwen. ‘Och, het is hier niet slecht, maar als ik terug kon naar Huize Henricus in mijn geboortedorp Wamel, dan kroop ik terug. Al moest ik er drie maanden over doen.’ In juni vorig jaar moesten de inwoners van Huize Henricus verhuizen naar Beneden-Leeuwen. Met spoed, want er moest verbouwd worden, er zouden zorgappartementen komen. ‘Niemand hoort meer iets van de verbouwing’, zegt Diena. ‘Er zitten nu krakers in het pand. Ach, het zal mijn tijd wel duren, maar tegen de mensen die dit soort beslissingen nemen, zou ik willen zegen: dit moet je oude mensen niet aandoen. Oude bomen moet je niet verplanten.’

Diena is bijna blind en hoort slecht, maar haar geest is nog helder. Ze vertelt graag over vroeger. Ze heeft de Eerste Wereldoorlog meegemaakt, de watersnood van 1926, de crisis in de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog. Die bange oorlogsjaren staan haar nog helder voor de geest. ‘Mijn man Niek Kruisbergen was huisslachter. We woonden naast Ben en Annie Lamers in een dijkhuisje. Vanuit Tiel werden granaten op Wamel afgevuurd. Veel huizen en de kerk werden getroffen, er vielen veel doden. Niek ging clandestien de gedode koeien slachten. Ik moest het vlees op de fiets in een mand met wasgoed erop naar de zusters in Huize Henricus brengen. Die verdeelden het onder de bewoners.’ Op deze tochten passeerde ze menige Duitse soldaat. Die lieten de vrouw en haar wasmand ongemoeid. Als ze was betrapt was ze zeker meegenomen voor verhoor. ‘Ach, dat deed je gewoon”. zegt Mina. ‘De stoottroepers die aan de dijk lagen noemden me hun soldatenmoeder. Daar was ik wel trots op. Ik weet ook nog dat Koenders aan de dijk werd getroffen door een granaatscherf. Hij werd op een laddertje ons huis binnengebracht. Dominee Pennings is nog bij hem gebleven tot hij overleed.’ Diena herinnert zich haarscherp de zwartste dag uit de Wamelse geschiedenis. ‘Op 20 september 1944 werden veertien dorpsgenoten door de Duitsers opgepakt en zonder proces in Tiel tegen een muur gezet en doodgeschoten. Ik kreeg nog ieder jaar op 5 mei bloemen van oud-stoottroepers. Herdenken is goed, dat moeten we blijven doen, er mag nooit meer oorlog komen.’

Wat is haar geheim?
‘Vrolijk in het leven staan. Ik geniet nog dagelijks van mijn kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Elke dag is er wel iets te lachen.’ Toen ze 105 werd, kreeg ze wel honderd felicitaties. ‘Ja, dat was ontzettend leuk. Daar wil ik iedereen nog voor bedanken. Dit jaar kreeg ik ook de felicitaties van Gerard de Korte, de bisschop van Den Bosch. Mooi hè. Jammer dat de nieuwe burgemeester niet langs is gekomen. Thomas Steenkamp is vanaf mijn honderdste verjaardag elk jaar op bezoek geweest.’ Dit jaar viert Diena haar verjaardag in kleine kring. ‘Ik geniet, maar ben wel erg moe. Het kaarsje brandt nog, maar het vlammetje wordt steeds kleiner.’ Ze glimlacht en zegt berustend: ‘Och, alleen Onze Lieve Heer bepaalt wanneer ik naar mijn man Niek mag.’

Door Bas van der Hoeven