Column Bas van der Hoeven: Schilder

Column Column Bas van der Hoeven

Een schilder kwam de kozijnen van ons huisje in de Betuwe verven. 

De man werkte stug door, was bescheiden. Hij kwam slechts schoorvoetend binnen om even te pauzeren. In de loop van de week voelde hij zich steeds beter op zijn gemak en vertelde meer over zijn leven. Verkeerde vrouw getrouwd, geen kinderen, teleurgesteld op wereldreis gegaan om zichzelf terug te vinden. Veel landen in Azië bezocht, overal gewerkt, nergens echt geaard. 

De man haalde tijdens zijn lunchpauzes een fraai bewerkt kistje tevoorschijn. Daarin zaten een potje, twee kommetjes en theeblaadjes. Hij vroeg om kokend water en zette een kopje thee. Dat deed hij twee keer per dag, sinds hij zes jaar in China had gewoond, zo vertelde hij.

China, daar had hij zich thuis gevoeld. Niet voor niets was het theekistje sindsdien zijn vaste reisgezel. De thee geurde naar geluk.

Hij wilde eigenlijk naar Thailand. Maar zijn oude moedertje was erg hulpbehoevend geworden. Hij ging haar na deze klus verzorgen. Mijn vriendin en ik vonden het een mooi verhaal.
Na een week zat zijn werk erop. We namen afscheid en wensten de schilder veel succes.

Een paar dagen later kwam hij weer langs. Nee, hij kwam niet binnen. Hij was bezig aan een rondgang langs de klanten waar hij had gewerkt. Mijn vriendin kreeg een pakje. “Maak het pas open als ik weg ben. Ik heb er veel aan gehad. Ik hoop u ook.” Amper was de man uit het zicht of mijn vriendin scheurde het papier van het presentje. “Ach, wat lief, een bijbel”, zei ze. “Zou het de nieuwste vertaling zijn?”

“Dat denk ik niet”, zei ik bladerend in het boekje. “Ik betwijfel of onze schilder de Tien Geboden kent, en dan vooral het achtste. Kijk maar.”

Voorin de bijbel stond het stempel van een bekende hotelketen.

Bas van der Hoeven