Afbeelding
Illustratie:Trudy Kunz

Column Bas van der Hoeven: Kind zonder naam

Column Column Bas van der Hoeven

Bladerend door veertig jaar dorpsgeschiedenis treft me vooral het menselijk leed. Pijn die nooit verdwijnt, verdriet dat nooit wordt verwerkt. Kwesties die ons woedend maakten, ons op de barricades joegen, lijken jaren later stofwolkjes in de woestijn van de tijd.

Door een treurig toeval heb ik bananendozen vol krantenknipsels in huis. Alles wat in mijn dorp gebeurde is vastgelegd in tientallen plakboeken. Ik blader terug door mijn leven en dat van vele dierbaren. Glimlachend volg ik de verbeten strijd om meer, inmiddels alweer gesloopte, winkelruimte. De acties voor een dorpszwembad, een evenementenplein of een sportpark. Ik zie burgemeesters komen en gaan, pastoors preken en sterven.
Dan stuit ik op een verhaal dat ik zelf optekenende. Bijna twintig jaar geleden inmiddels, maar de vrouw zit weer tegenover me. Haar verdriet omspoelt me weer. Ze vertelt waarom ze vecht voor een marmeren zuiltje op het kerkhof. Ze wil haar kind eren dat dood was voordat het werd geboren. Een jongen van vier pond, die schaarse informatie kreeg ze toen ze bijkwam uit de narcose na een keizersnede. En nee, ze kon het kind niet zien. Die middag was in het ziekenhuis een oude vrouw gestorven, het kindje hadden ze naast haar in de lijkwagen gelegd. De baby was niet gedoopt, niet verlost van de erfzonde, mocht niet in gewijde aarde worden begraven. Geen herdenkingsceremonie, geen grafje, het was uitgewist, had niet bestaan. De ouders vernoemden het kind naar de vader. Dat kon het verdriet niet stelpen, maar als de moeder zacht voor zich uit zijn naam fluisterde was het even of hij bestond. Haar zoon.
Bij de onthulling van het zuiltje stond ze naast de vrouw van de doodgraver. ‘Ik heb uw kindje nog even gezien’, verklaarde die. ‘Het was zo’n mooi kereltje.’

Bas van der Hoeven