Afbeelding
Illustratie: Trudy Kunz

Column Bas van der Hoeven: Zomer

Column Column Bas van der Hoeven Column Bas van der Hoeven

Het was zomaar een doordeweekse dag. Om negen uur scheen al een monter zonnetje toen ik naar de hoofdingang van de camping liep om de ochtendkrant uit de bus te halen. Het is meer een park dan een camping, een voormalige boomgaard. Rijtjes inmiddels stokoude fruitbomen op gemaaide gazons getuigen van dat verleden.

Een groene oase met centraal een grote visvijver, overal uit de kluiten gewassen bomen en open plekken tussen de verspreid liggende huisjes en stacaravans. Ik groette bewoners die heggen snoeiden, de hond uitlieten, koffie dronken op de veranda of luierden in een ligstoel. Iedereen groette terug.

Ik inhaleerde diep de onbezoedelde lucht en passeerde het echtpaar exotische eenden dat alweer een nieuw legsel had uitgebroed. Onbezorgd waggelden de kuikens achter hun ouders aan.

Achter de slagboom ligt een minimaatschappij met eigen regels. Een ideale wereld. Hier wordt elke hondendrol opgeruimd, is nooit geluidsoverlast en op de paden rijdt iedereen stapvoets naar de parkeerplaatsjes bij de goed onderhouden huisjes en dito tuintjes. Geen naaktslak wordt hier overreden.

Ons huisje ligt het verst verwijderd van de ingang. Aan de rand van de camping, we hebben uitzicht op zich eindeloos uitstrekkende Betuwse boomgaarden. Onder de enorme bomen die ons L-vormige vakantiehuisje overschaduwen, zat ik even later met een mok koffie en de krant die nieuws brengt uit een wereld waarvan ik geen deel meer lijk uit te maken. Een wereld vol haat waarin leiders openlijk hun minachting voor hun volk belijden, waarin zelfverrijking gezien wordt als een deugd, waarin geluk koopwaar is geworden en liefde de smalle schaduw van eigenbelang is.

Dat overdacht ik in dat paradijs vol appelbomen. Ik keek over de krant naar mijn liefste, ze lachte haar prachtige lach die duizenden woorden overbodig maakt. Ik was domweg gelukkig onder een notenboom.