Afbeelding
Foto: Rechtenvrij

Column Bas van der Hoeven: Zomersneeuw

Column Column Bas van der Hoeven

Tot in de jaren dertig was het langs onze rivieren een normaal verschijnsel, daarna raakten de grote waterwegen zó vervuild dat het natuurspektakel verdween. In 1936 werd langs de Maas bij Plasmolen het laatste zomersneeuwbuitje waargenomen.

Zomersneeuw bestaat uit duizenden, soms miljoenen, witte eendagsvliegjes die massaal uit het water opstijgen.

Sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw zijn onze rivieren weer zo schoon, dat er in augustus hier en daar weer wolken zomersneeuw zijn waar te nemen. Na zonsondergang kruipen de larves massaal uit het water om zich te verpoppen. Eerst de mannetjes, die scheren in duikvluchten over het water om de vrouwtjes te lokken.

Dat lukt altijd, daarna moeten de insecten een partner zoeken, paren en eitjes leggen. Uit die eitjes komt een larve die een jaar in de rivierbodem leeft, waarna de cyclus zich herhaalt.

De ouders sterven voor het ochtendgloren.

Vrolijk rondfladderende vrijers vormen 's morgens een tapijt van morsdode insecten. Hun bruiloftskleed is in één nacht in een doodshemd veranderd.

Afgelopen weekend waren mijn zoons op bezoek voor een bier-en-kebab-avond. Een van hen kwam opgewonden binnen na het roken van een sjekkie. "Pa, kom kijken! Er wriemelen honderden wormen in de tuin." Wat we even later zagen, leek inderdaad op een pulserend tapijt van grote maden. Een zaklamp bracht de witte vleugeltjes en de lange staartsprieten aan het licht. "Een zwerm eendagsvliegen", zei ik.

"Zomersneeuw."

"Zomersneeuw", riep mijn vriendin. "Ik ga een boek schrijven met die titel. Prachtig. Ook omdat het woord een oxymoron is. Een stijlfiguur waarbij twee begrippen die elkaar uitsluiten, gecombineerd worden tot één begrip."

"Zoals wij?", vroeg ik.

"Precies", antwoordde ze. "Zoiets als wij, maar dan anders."