Bas van der Hoeven
Bas van der Hoeven Foto: Bas van der Hoeven

Column: Gezinsuitbreiding

Column

Een jaar geleden zag ik in de supermarkt een verstokte vrijgezel die dankzij internet het geluk niet langer had weten te ontwijken. Zijn veel jongere vriendin duwde het karretje en keek begerig naar de vakken vol westerse overvloed. Ze communiceerden in gebarentaal. Daarmee kom je in de liefde en tijdens het winkelen een heel eind, zo bleek.

Maanden later zag ik ze weer. Hun geluk had zich vermeerderd. Hij duwde nu de winkelwagen, zij een rolstoel met een hoogbejaarde man. Naast haar liep een puber met een ontevreden gezicht en een Feyenoord-shirt. Een te begrijpen combinatie, wat niet gezegd kon worden van vrouw en jurkje. Maar de herboren vijftiger keek trots.

Hij straalde de in dit land verdampte autoriteit van een gezinshoofd uit en legde regelmatig door de jongen aangereikte artikelen terug in de schappen. De vrouw corrigeerde hij niet. Of dat uit liefde of uit angst was, kon ik aan zijn gezicht niet aflezen.

Vorige week zag ik ze weer. De oude man reed in een scootmobiel, de puberzoon liep hand in hand met een meisje, de vrouw gearmd met een tandeloos omaatje. De rij werd gesloten door de voormalige vrijgezel. Hij sjokte achter een overvol winkelkarretje.

"Zo Jan", sprak een leeftijdgenoot hem aan, "gezinsuitbreiding?" Hij wees daarbij onbeschaamd naar de buik van de vriendin. De man leek te ontwaken uit zijn beslommeringen en antwoordde: "Ja, een tweeling. Mooi toch." "Zekers", zei de bekende. "Kinderen, da's ut mooiste wat er is. We moeten snel maar weer eens een potje gaan biljarten."

De vrouw, die was doorgelopen, draaide zich om en riep dwingend: "Jaan!" "Je hoort het, Jaan moet gaan", zuchtte de man en slofte met gebogen rug naar de uitgang.