Column Bas van der Hoeven: 'Betonblokken'

Column

Betonblokken

Met een vriend zat ik woensdagmorgen om 7.00 uur op het terras van café De Toekomst in Hernen. De 100ste Vierdaagse kwam langs. Tijdens deze jubileumeditie liepen 5.500 deelnemers de 55 kilometer tot aan Druten. Eenmalig. Dat wilden wij niet missen.
De nog milde ochtendzon, louter vrolijke mensen, een broodje kaas met een kop koffie en een band die liedjes van Johnny Cash speelde. Hoe gelukkig kan een mens zijn. Eerst kwamen individuele lopers langs. Prestatiegericht, dat zag je aan de verende tred en de ernstige blik. Steeds meer groepjes kwamen langs, daarna werd het een gestage mensenstroom door de schaduwrijke Dorpsstraat.
Na enkele uren kijken en klappen in Hernen reden we naar Druten. Daar wachtten we tot Michel Lepoutre langskwam. De wethouder die samen met collega André van den Hurk de aanzet gaf tot deze eenmalige doortocht van De Vierdaagse. De Raadhuisstraat was één mensenmassa. Ook groepen militairen en politieagenten passeerden de vip-tribune bij het raadhuis.
'Moeten die niet werken', dacht ik opeens. Want Nice zat nog vers in het geheugen. Ik betrapte me erop dat ik zijstraten zag van waaruit een flinke vrachtauto het parcours op zou kunnen rijden. Waarom stonden daar geen agenten te posten? Waarom lagen daar geen betonblokken?
Het was een gedachteflits. Een moment. Maar ik realiseerde me dat dit soort gevoelens van onveiligheid in ieders hoofd rondwaren. Dat hebben ze al bereikt. Met 'ze' bedoel ik een steeds grotere groep mensen die is verteerd door haat. Die met terreurdaden de vrije wereld gijzelt, die met wrede moordpartijen angst zaait. 'We moeten niet zwichten en blijven doen wat we deden', zeggen gezagsdragers over de hele wereld na elke laffe aanslag. 'Anders hebben ze al gewonnen.'
Lepoutre kwam aan bij het podium. Hij werd toegejuichd en geknuffeld door zijn maatje Van den Hurk. Ze lachten breed. Ik zag alleen maar lachende gezichten. Lachen, dacht ik. Dat is het.

We moeten blijven lachen, naar elkaar en vooral om onszelf. Als de lach bevriest, sterft het leven.

Door Bas van der Hoeven