Tonnie van den Akker.
Tonnie van den Akker. Foto: Maik Jansen

De Maas&Waler dat ben ik: Tonnie van den Akker

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In de rubriek ‘de Maas & Waler dat ben ik’ maken we kennis met inwoners van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat, een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.

Naam: Tonnie van den Akker
Woonplaats: Boven-Leeuwen
Leeftijd: 70 jaar

‘Ja, ik heb altijd in Boven-Leeuwen gewoond, op diverse adressen. Mijn vader had hier een groentebedrijf. Mijn hele leven ben ik chauffeur geweest: eerst reed ik limonade, daarna stapte ik over op benzine-, diesel- en huisbrandolietransport. Toen ik vanaf 1980 bij Shell ging werken, moest ik ook weleens naar België. Op mijn 63e ben ik gestopt met werken, nu doe ik veel aan mijn hobby’s: dieren. Ik houd een paar fazanten, kippen en parkieten, en heb een weilandje hier in de buurt waar ik hooi van win. Graag rij ik ook wat rond op mijn tractor; ik ben nou eenmaal een echt buitenmens.’

Elke woensdagochtend gooit Tonnie zijn jeu de boulesballen over de banen bij D’n Dulper. ‘Het is gezellig zo onder elkaar en de banen worden onberispelijk bijgehouden door onze baanmeester Piet van Mourik. Begin juni houden we een open wedstrijd onder de naam Het Boeltje.’

Carnavalsfeest
Tonnie vertelt rustig over wat hem boeit, en komt al gauw op zijn waarschijnlijk meest favoriete onderwerp: Carnaval. ‘Ik ben er wel een beetje trots op dat ik het langstzittende lid (46 jaar) van CV De Roefelbus ben, die mede door mijn vader is opgericht en nu al zesmaal elf jaar bestaat. Ik ben sinds zes jaar senator, maar ik heb ook drie keer de prinsensteek mogen dragen. Als senator werk je op de achtergrond, je staat klaar voor de Raad van Elf. Het carnavalsfeest zit bij de familie in het bloed: ‘Mijn kleindochter Sanne is dansmarieke, net als mijn dochter Mandy toen ze jong was. En mijn zoon Marco is lid van de Raad van Elf en van het bestuur. Tijdens het feest in de zaal doe ik het liefst graag een beetje rustig aan. Natuurlijk verschijn ik dan helemaal opgeprikt in mijn deftige pak!’ Voor Tonnie is Carnaval echt een feest om samen te vieren, samen zijn met het dorp, de kinderen en de ouderen, iedereen.
‘De vereniging heeft wel wat veranderingen gezien. Vroeger hadden we bijvoorbeeld hooguit een man of honderd binnen, toen we nog in het oude Patronaatsgebouw zaten, maar nu tellen we bij het grote Klochtenbal wel elfhonderd carnavalisten. Tegenwoordig wordt Carnaval heel anders gevierd dan een jaar of dertig, veertig geleden. Het is nu meer een feest voor de jongeren, met discomuziek en zo. Nee, daar hou ik niet zo van, geef mij maar een gezellige polonaise, met zijn allen door de zaal met van die heerlijke oude carnavalskrakers die iedereen mee kan zingen… Ik ben wat dat betreft echt iemand van de oude stempel.’ En de verlichte optocht op zondagavond, die we nu al ongeveer vijfentwintig jaar organiseren, liep nog al eens vast vanwege het (te) grote aantal deelnemende wagens. Nu mogen het er nog maximaal 85 zijn. Helaas heb je het lawaai niet altijd in de hand, dat is gewoon onmogelijk. Soms gaat het zo hard, dat de bloempotten bij de mensen langs de route van de vensterbank rammelen. Maar je doet er niets aan, hoewel we regelmatig controleren… En voorbij het voetbalveld, net buiten de kern van het dorp, kunnen we helemaal geen invloed meer uitoefenen.’

Zorg voor ouderen
Dat de carnavalsvereniging meer doet dan alleen maar feesten, wordt duidelijk als Tonnie vertelt over de presentjes die bij zieken en ouderen worden bezorgd. ‘De mensen vinden het prachtig als wij in vol carnavalsornaat binnenkomen met een fruitmandje van de Roefelbus. De organisatie van die activiteit ligt in mijn handen. Ik ben ook bestuurslid van de bejaardenbond. Kijk, ik zorg nou eenmaal graag voor ouderen.’

Survival Run
‘En natuurlijk zijn wij ook bekend van de jaarlijkse Survival Run, waarbij ik al sinds vele jaren in het bestuur zit. We zetten dan diverse activiteiten voor de jeugd op touw, en bouwen een mooi sportparcours met hindernissen voor de volwassenen. Mijn taak is dan gewoonlijk het opbouwen en helpen in het horecagedeelte. Oberen, dat doe ik graag. De mensen hebben dorst en ik breng hen een heerlijk koel biertje. Dit jaar plaatsen we een grote tent in het park. Dat ziet er gelukkig altijd goed uit, want het wordt prima bijgehouden.’

Tonnie vindt Boven-Leeuwen een fijne woonplaats. ‘Maar als ik dan wat mag zeggen: ik vind het jammer dat we geen supermarkt meer hebben. Iedereen gaat daarvoor naar Leeuwen of Druten.’

Door Ton van Hulst