Annemiek van den Berg.
Annemiek van den Berg. Foto: Maik Jansen

De Maas&Waler dat ben ik: Annemiek van den Berg

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In de rubriek ‘de Maas & Waler dat ben ik’ maken we kennis met inwoners van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat, een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.

Naam: Annemiek van den Berg
Leeftijd: 67 jaar
Woonplaats: Appeltern

‘Ik kom uit Renkum, op de Veluwe, net boven de Rijn. In Nijmegen studeerde ik verpleegkunde, bij het Radboud. Ik wilde echter niet in een ziekenhuis werken maar in de wijkverpleging, want ik wist dat daar mijn hart lag. Ik kreeg een baan in Den Bosch, waar ik ook gewoond heb. Ik werkte er in een heel dure, chique wijk. Maar toch trok het mij meer om in een dorp te werken, dat kwam ook doordat ik stage liep in Didam, wat ik echt een leuk dorp vond. Vanwege een baan in Ewijk verhuisden we naar Bergharen, naar een prachtige oude bakkerswoning’, aldus Annemiek

Appeltern
Toen haar man een baan aanvaardde als docent op een Europese school in München vertrok het stel richting Duitsland. ‘Het was daar prachtig hoor, daar aan de Oostenrijkse grens in de Alpen, maar we misten onze familie. In 2015 betrokken we dit huis in Appeltern, dat toen nog opgedeeld was in wel twintig kamertjes. We hebben een aantal tussenmuren verwijderd, en nu zijn er nog een stuk of twaalf ruimtes over. Maar het oogt natuurlijk veel ruimer en aangenamer. We hadden oorspronkelijk het plan hier ooit nog eens te vertrekken, maar nee hoor, we gaan hier niet meer weg.’ Ze zegt het stellig, en wijst op de rust en de stilte van de omgeving. ‘Hier hoor je af en toe eens een boot op de Maas, en verder is het stil. Heerlijk!’

Het Sermoentje
In Appeltern verschijnt het dorpsblad Het Sermoentje. Annemiek las het vroeger wel, maar vond dat er niet zoveel meer in stond dan wat advertenties en overlijdensberichten. ‘Tja, ik vond dat het beter kon, en ik meldde mij aan om over levende mensen te schrijven. Ik vind dat het krantje nu leesbaarder is geworden, en ik heb door de gesprekken veel mensen leren kennen. Het mooist vind ik de interviews met echte Appelterners, jong of oud. Bij oudere mensen komen vaak de verhalen uit de oude doos naar boven: over de oorlog, over de watersnood, en over hoe anders het vroeger allemaal was. En de foto’s bij de teksten, die maak ik zelf. Soms krijg ik zelfs heel persoonlijke dingen te horen, tot aan ingewikkelde familiedrama’s toe. Het lijkt weleens of ik dan een soort sociaal werker ben. Maar dat sluit wel mooi aan bij mijn tijd in de wijkverpleging. Ik merk wel dat die stukjes in Het Sermoentje verbindend kunnen werken; mensen leren elkaar beter kennen en dat is goed voor het dorp, denk ik. Iedereen heeft wel iets te vertellen, zelfs mensen die van zichzelf denken dat dat niet zo is. Soms zit ik ruim twee uur met iemand te kletsen, ook met mensen die eigenlijk eerst niet in de krant wilden. En niet zelden worden dat nog de leukste verhalen ook! Het liefst laat ik de verhaaltjes eerst een dagje bezinken, voordat ik ze opschrijf.’

Natuur
Met hetzelfde enthousiasme dat ze uitstraalt praat Annemiek over de natuur. Haar rustig ogende tuin kent een grote biodiversiteit, vertelt ze. ‘We genieten hier van het groen om ons heen en de vogels. Dit is echt een van de weinige plekken in Nederland waar je niet allerlei geluiden om je heen hoort waar je niet om gevraagd hebt. Die tuin, dat is eigenlijk mijn allergrootste passie. Lekker met mijn handen in de grond wroeten.’

Saamhorigheid en kleinschaligheid
‘Als het aan mij lag zou ik het landschap hieromheen veel romantischer inrichten, met kleine boerderijtjes in plaats van enorme bedrijven met reusachtige stallen en uitgestrekte gronden met overal dezelfde gewassen’, aldus Annemiek. Maar ondanks dat, vindt ze dat de omgeving van, en de natuur in Appeltern erg mooi is. Die hoeft voor haar niet aangevuld te worden met bijvoorbeeld bloembakken en zo. De dorpse saamhorigheid en kleinschaligheid trekken haar eveneens aan.

‘Ik weet nog, toen we hier pas woonden, zei ik in de supermarkt dat ik het zo waardeerde dat er nog een winkel was in het dorp. “Maar u bent wel de laatste klant, want we gaan sluiten”, was de reactie. Jammer hoor. Je hebt hier natuurlijk wel een auto nodig, want je zit vrij ver overal vandaan. Ook van de glamping, waar veel mensen ondanks de afstand (geluids)overlast van ondervinden. Maar we zijn nu met een groep activisten bezig de rust in dit gebied weer terug te krijgen.’

Door Ton van Hulst