Afbeelding
Foto: Trudy Kunz

Code

Column Column Bas van der Hoeven

We gingen met de trein naar Berlijn.

We lagen zes uur lang met mondkapjes op te dommelen in comfortabele fauteuils. De NS was er deze ochtend niet in geslaagd de watertank van de restauratiewagen te vullen, zo bleek. Er was deze reis dus geen koffie of thee, bekende een microfoonstem onderdanig. 

Gelukkig hadden mijn vriendin en ik boterhammen met kaas en flesjes water bij ons. Ons kon niets gebeuren. Dachten we. Bij Hannover kraakte een stem door de luidsprekers: of er een dokter in de trein zat. Binnen no time kwam er een achttal opgewonden mannen en vrouwen langs onze zitplaatsen gerend. Blijkbaar zijn artsen een reislustige beroepsgroep. In het middenpad van wagon 8 beviel een vrouw, omringd door een internationaal medisch team, van een gezonde dochter. 

Op Hauptbahnhof Berlin vonden we na lang zoeken een goed verborgen lift naar spoor 11. Lijn 7 stopte pal voor ons hotel, nog enkele honderden meters sjouwen (het handvat van mijn rolkoffer was op de roltrap afgebroken) en we konden naar de hotelbar. Helaas hadden we niet op Connor gerekend. Een chagrijnige baliemedewerker die iedere bezoeker van het hotel persoonlijk aansprakelijk leek te houden voor zijn ongelukkige bestaan. Hij vroeg bars om onze QR-code. Maar... Connor eiste een papieren bewijs van vaccinatie, want... hij had geen scanner. 

We hadden geboekt, betaald en alle bewijzen bij ons, en nota bene een internationale inentingscode, we lieten ons dus niet afblaffen door de eerste de beste Connor. Met stemverheffing vroeg ik om zijn chef. Die kwam, keek op onze schermpjes, loerde daarna woest naar Connor, en maakte een breed gebaar dat we door konden lopen. Daarna nam hij een roodaangelopen Connor mee naar de backoffice. We hoorden heen en weer geschreeuw en vreesden dat Connors carrière bij de hotelketen in de kiem was gesmoord.

Wordt vervolgd.

Door Bas van der Hoeven