Cor van Amersfoort.
Cor van Amersfoort. Foto: Maik Jansen

De Maas&Waler dat ben ik: Cor van Amersfoort

Mens De Maas&Waler dat ben ik

In de rubriek ‘de Maas & Waler dat ben ik’ maken we kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat, een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.

Naam: Cor van Amersfoort
Leeftijd: 63 jaar
Woonplaats: Boven-Leeuwen

‘Ik werd weliswaar geboren in Ochten, maar ben geen protestant. In feite ben ik helemaal niks, qua geloof dan. Iedereen mag van mij geloven wat ie wil, ik respecteer alles.’

Zo begint Cor van Amersfoort zijn verhaal, terwijl hij af en toe een trekje neemt van zijn elektronische pijp. ‘Ik belandde in Leeuwen vanwege mijn grote liefde Marga. We ontmoetten elkaar in discotheek De Stoep, waar anders, en nu blijf ik mooi hier.’

Arabische dromen
‘Ik doe niet zoveel meer, hoewel ik vroeger behoorlijk actief was. In mijn stamkroeg zat ik op de tafel en iedereen moest naar mij luisteren. Ja, ik ga nog weleens naar D’n Egelantier, een mooie ouderwetse kroeg hier in Boven-Leeuwen, een biljartje leggen met de jongens.’

‘Maar verder kom ik niet veel meer van huis, niet zoals in de tijd dat we vier keer per jaar op vakantie gingen, naar Turkije en Tunesië. We zijn al tientallen keren in die landen geweest, en wilden er gaan wonen. Daarvoor heb ik een tijd lang zelfs Turkse les gevolgd, samen met mijn toenmalige buurman Bert. Maar al onze Arabische dromen vielen in duigen toen Marga ziek werd.’ 

‘Nu zijn we erachter gekomen dat je om vakantie te vieren eigenlijk helemaal niet van huis hoeft te gaan.’

Van bakker, dakdekker tot buschauffeur
Cor is een gezellige prater, en vertelt over zijn opleiding voor brood- en banketbakker, waarna hij een jaar in een bakkerij werkte. ‘Maar man, dat vroege opstaan, midden in de nacht…! Toen ik merkte dat mijn broer als dakdekker in een dag net zo veel verdiende als ik in een hele week, besloot ik met hem mee te gaan. Toch wilde ik na een jaar of vijf liever buschauffeur worden. Ik vond het een geweldige baan en mocht in Tiel als vakantiehulp gaan rijden. Op de dag dat ik afscheid moest nemen – ik had de taartjes al gekocht - kreeg ik te horen dat ik toch mocht blijven.’

‘En zo heb ik vierentwintig jaar op de bus gezeten. Een mooie tijd. Op de rotonde in Weurt reed ik eens een extra rondje. De meeste passagiers zaten nog te suffen in de vroege morgen, maar toen ik opmerkingen kreeg, zei ik door de microfoon: ‘Dit is een rondje van mij, maar als ik jullie in de kroeg tegenkom, wil ik een rondje van jullie. Haha! En ik zat altijd te zingen en djembé-ritmes te trommelen op mijn stuur.’ 

De Cornettomoskee
Na enige tijd moest Cor tijdelijk stoppen, vanwege een schouderblessure. Na zijn genezing bleek zijn oude baan echter niet meer beschikbaar. Hij besloot iets voor zichzelf te gaan doen, parkeerde een aanhangertje naast zijn huis en begon ijs te verkopen. Later zette hij op de dijk de eerste koepelsalon in de Benelux neer, die hij trots De Cornettomoskee noemde. ‘Tja, ik zat daar tussen de katholieke en de protestantse kerk en dacht: een moskee kan er ook nog wel bij. Ik hou nu eenmaal van Arabische landen.’

Met overbuurman bistro De Bolle heeft Cor een goede band. Ze lopen elkaar niet in de weg en sturen zelfs klanten, die vaak van de camping in de Molenstraat komen, over en weer naar elkaar. 

‘Nee, stoppen is nog niet aan de orde’, verzekert de ijscoman op de dijk. ‘Als mijn gezondheid het toelaat, blijf ik een goed product leveren in een zeer schone ijssalon. Vaak krijg ik te horen dat het ijs bij mij zo lekker is, en soms zeggen ze weleens: ‘Ik zou bijna dubbel willen betalen’. Sommige van de ijssmaken bereiden we nog met de hand. Och, je wordt er niet rijk van, maar wij denken nu niet meer zo in termen van geld. En vergeet niet: in de winter verkoop je dus helemaal niets. Zelf eet ik geen ijs. Ik heb namelijk een lichte melkallergie, en ik ben mijn hele leven al niet anders gewend dan nooit ijs te eten.’

Meeuwen en aalscholvers
Cor betreurt het dat er in Boven-Leeuwen nauwelijks nog winkels zijn. ‘Verder voel ik mij hier prima, ik ben zelfs al een jaar of vijftien niet meer in Nijmegen geweest. Want kijk eens om je heen, naar de Waal. Hier: meeuwen en aalscholvers op de uiterwaarden.

Maar niemand die het ziet, want ze zitten allemaal met hun duimen op die verrekte telefoontjes…’

Door Ton van Hulst