Els Schiltmans-Burema
Els Schiltmans-Burema Foto: Maik Jansen

De Maas & Waler, dat ben ik: Els-Schiltmans-Burema

Algemeen De Maas&Waler dat ben ik

In de rubriek ‘de Maas & Waler dat ben ik’ maken we kennis met een inwoner van deze regio. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom wonen ze hier? Het resultaat, een inkijkje in het leven van, al dan niet geboren en getogen, Maas en Walers, geïllustreerd met een karakteristiek portret.

Naam: Els Schiltmans-Burema
Leeftijd: 46 jaar
Woonplaats: Alphen

In het pittoreske Alphen woont Els Schiltmans-Burema samen met haar man en alle huisdieren, zoals Lizzy de witte herder, katten, kippen, eenden, geiten en ganzen die vrij op het terrein rondlopen. En wel zo toepasselijk is dan de naam van hun Bed & Breakfast, namelijk De Gans, waar gasten in een apart verblijf heerlijk kunnen toeven.

Els is een tijdgoochelaar, zoals ze zelf zegt. ‘Ik moet steeds iets nieuws beginnen, anders ga ik me vervelen. Daarom ben ik samen met mijn man de B&B begonnen, een prettige combinatie met ons werk en andere bezigheden, zoals de BHV-cursussen (Bedrijfshulpverlening) die ik geef als ELSS, Emergency Lifesupport and Safety, bij diverse instanties, gemeentes en bedrijven. En ik heb alweer nieuwe plannen.’ Ze is geboren in Nieuwegein, heeft onder andere in Tiel gewoond en woont sinds 2010 in Alphen. ‘Ik vind het heerlijk hier, de regio is prachtig, het is hier rustig en je hebt de ruimte, en het ligt zo centraal, dat je overal zo bent.’

Els was 19 jaar toen zij in dienst ging. Uniformberoepen hebben haar altijd getrokken. Na een half jaar werd zij al uitgezonden, in 1996. In groen naar voormalig Joegoslavië, waar voorheen de blauwhelmen gelegerd waren. ‘Dat was wel spannend, net na de val van Srebrenica. De situatie was spannend, ik was nog jong, een van de weinige vrouwen en ik kende het militaire bedrijf nog niet goed en het was mijn eerste uitzending. In 2000 werd ik voor de tweede keer uitgezonden naar Cyprus en de laatste keer was in 2005 naar Afghanistan.’

Sinds twaalf jaar werkt eerste luitenant Els als senior identificatiespecialist bij de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht. ‘Ons team bestaat uit vier mensen en wij verrichten de opsporing, berging en identificatie van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, zowel burgers als militairen, van alle nationaliteiten, op Nederlands grondgebied en voormalig Nederlands grondgebied. Daar zijn wij alle dagen druk mee.’ Els vertelt dat ze net terugkomt van een berging. Iemand had die ochtend in Best in de buurt van voormalige landingsterreinen met een metaaldetector een stoffelijk overschot gevonden. Er lag zoveel munitie in het veldgraf dat de detector signalen af gaf. Het bleek om een Duitse soldaat te gaan. ‘Het blijft bijzonder als een stoffelijk overschot na een jarenlange vermissing wordt geïdentificeerd. Waar ik heel trots op ben, is het project ‘de 103 van Loenen’. Op dit Nationaal Ereveld liggen ruim vierduizend slachtoffers, van wie er ongeveer 150 onbekend zijn. Daarvan hebben we er 47 deels met succes onderzocht. Er waren er echter nog 103 die we nog nooit hadden onderzocht. Sinds mei 2018 hebben we al deze stoffelijke resten opgegraven en overgebracht naar ons laboratorium voor onderzoek. Van die 103 hebben we er nu 25 geïdentificeerd. Na een oproep in de media meldden zich ongeveer 100 families van een vermiste. Daarvan waren er twee die bij toeval ‘matchten’, van wie er een uit Tiel kwam. Nu hebben we er dus 100 vermisten bij. Er zijn nog wel duizenden vermisten. Ik vind dit het mooiste vak dat er is, dat je na zoveel jaren iemand kan teruggeven aan zijn of haar familie, ongeacht wat de achtergrond of nationaliteit was van de vermiste, het kan een verzetsstrijder, NSB’er of nazi zijn. Iedereen heeft het recht om zijn familielid te begraven.’

In het vak van identificatiespecialist is Els gerold. Tijdens haar militaire opleiding mocht ze een kijkje in de keuken nemen en ze dacht toen al: “als ik dit kan worden, doe ik het meteen”. En dat geschiedde. ‘Het vak is heel divers en niet iets wat je uit boeken leert: van opgraven, DNA samplen tot genealogisch onderzoek. Het is veel puzzelwerk en het eindresultaat is het mooiste, als je het contact hebt met nabestaanden. Als je dan een dame mag bellen in Amsterdam wiens vader in kamp Amersfoort vermist is geraakt en die nu geïdentificeerd is. Het is met geen woorden te beschrijven wat zij moest voelen toen zij voor het eerst op Vaderdag een bloemetje kon brengen bij haar vaders graf op de Erebegraafplaats in Loenen.’ 

Over schrijven gesproken, samen met Piet IJntema schreef Els het boek ‘Vermist is erger dan dood’, een eerbetoon aan hen die zich door de jaren heen hebben ingezet om oorlogsraadsels op te lossen en vermisten hun naam terug te geven. Een eervolle taak. Toen en nu.

Door Anne-Bregtje Schelfhout