Zon
Column Column Bas van der HoevenEn plotseling scheen de zon.
Na weken, voor mijn gevoel zelfs maanden, afwezigheid strooide hij zijn gouden stralen weer gul in het rond. Ik lag genietend in een tuinstoel. De aangename warmte van het hemellichaam vertroetelde lijf en geest. Heerlijk.
Om mij heen genoot de natuur met me mee. Een merel zong in een boomtop alsof hij in Ahoy op de planken stond, twee Turkse tortels beminden elkaar op de pergola alsof het de laatste keer was. De veren vlogen in het rond. Een zwerm mussen kwam luid kwetterend aanvliegen. Als baldadige kinderen joegen ze achter elkaar aan, na wat gespetter in de vijver vlogen ze weer weg om elders de boel op stelten te gaan zetten. Twee kikkers zaten op elkaar, intens tevreden, glazig voor zich uit te staren.
De bomen leken hun takken nog meer uit te strekken naar de hemel. Blaadjes vouwden spontaan open, bloemknoppen zwelden onder de energie van de oneindige warmtebron. Ik huiverde van genot, voelde me loom worden van puur geluk.
Ik zag twee vinken scharrelen in een lege bloembak, op zoek naar iets eetbaars. De hardnekkige winterloomheid gleed van me af als roomijs van een kachel. Actie! Die bak moest vol met eenjarige bloeiers die bijen, hommels en al wat verder vreedzaam rondvliegt zouden lokken. Een niet te stuiten dadendrang nam bezit van mijn stramme lijf.
Even later stond ik bij mijn favoriete groendealer tussen een bedwelmende overdaad aan geur en kleur. De achterbak van mijn autootje was al snel te klein. Thuis woelden mijn handen in de losse, van leven tintelende tuinaarde. Een ekster kwam kijken hoe ik bak voor bak en pot voor pot vulde met bloeiend spul. Tot zijn vrouw hem kwam roepen voor iets dringends, samen vlogen ze naar hun nest in de larix.
Het leven is prachtig.
Door Bas van den Hoeven