Afbeelding
Illustratie: Trudy Kunz

Column Bas van der Hoeven: Indianenverhaal

Column Column Bas van der Hoeven

Na alle ophef heb ik de kerstpreek van pastoor Jos Hermans bekeken en beluisterd. Dat viel niet mee. Laat ik het zo zeggen: ik hoor Jos liever zingen dan preken.

Ik vond het vooral saai. Een kwartier lang worstelde de pastoor zich door de geschiedenis van de Midden-Amerikaanse indianen. Die stierven aan het begin van de zestiende eeuw als ratten nadat Spaanse katholieken hun land hadden bezet. Negentig procent van de indianen legde het loodje.

De pastoor wist waarom. Het kwam door de ongezonde levensstijl van de indianen nadat die door de overheerser als slaven werden behandeld. Dit wordt een pleidooi tegen mondiale zendingsdrift, dacht ik. Maar nee. De pastoor gebruikte de genocide om te kunnen beweren dat inenten tegen covid 19 niet nodig is, als je maar gezond leeft. Je draagt toch ook geen regenpak als het droog is, slikt toch geen paracetamol als je geen hoofdpijn hebt.

Vreemd was, dat een zielenherder op de stoel van de geneesheer ging zitten. Ik moest denken aan een huisarts die tegen een patiënte die zwanger blijkt te zijn zegt: “Gaat heen in vrede en zondig niet meer, als penitentie schrijf ik drie weesgegroetjes en een onze vader voor. Vanmiddag liggen ze klaar bij de apotheek.”

Toen ik inzoomde dacht ik aan een persoonsverwisseling. Daar stond niet pastoor Hermans, maar historicus Peter Deurloo. In een paarse jurk van zijn vrouw. Hij was blijkbaar opgetrommeld omdat de pastoor met de sacramenten der stervenden naar een rijke weduwe moest.

Maar Peter R. Deurloo had een alibi, dus het was echt Jos die maar weer eens bewees dat hij geen familie van Toon Hermans is. Zelfs Jan Dekkers, die al luid applaudisseert als de pastoor kucht, lag in een zijbeuk te snurken.

Het Feest van het Licht, gesmoord in een indianenverhaal. Triest.

Bas van der Hoeven