Afbeelding
Foto: Trudy Kunz

Man en paard

Algemeen Column Bas van der Hoeven

Hoeveel voedselbanken moeten we oprichten om de honger in de wereld te stillen? Hoeveel artsen zonder grenzen zijn nodig om het bloeden van de mensheid te stelpen? Hoeveel heiligverklaarden moeten terugkeren uit de hemel om alle zich op aarde verschuilende duivels naar de hel te sturen? Hoeveel onze vaders moeten we bidden om van alle religieuze instituten verlost te worden? Het zijn vragen die ik niet kan beantwoorden. Nog steeds niet. Steeds minder zelfs. Heeft Nelson Mandela iets veranderd in Afrika? Mahatma Gandhi in India? Martin Luther King in de Verenigde Staten? Michail Gorbatsjov in Rusland? Goede mensen zijn machteloos, dictators boeken opzienbarende resultaten. Haat verspreidt zich met de snelheid van het licht, liefde kruipt als een slak.

Tegenover mijn huis is een weide. Al tien jaar kijk ik uit op twee zwarte paarden die ooit de kost verdienden met het trekken van een koets. De eigenaar bezoekt ze minstens twee keer per dag. De paarden weten wanneer hij komt. Hoe, dat weet ik niet, maar een kwartier voor hij aan komt fietsen staan ze al bij de afrastering naar hem uit te kijken. De man schept vijgen, klopt op flanken en spreekt zijn viervoeters toe. Wat hij zegt hoor ik niet achter mijn raam, maar de paarden knikken instemmend en schrapen vreugdevol met hun hoeven. Als hij wegfietst kijken ze hem na. Daarna rollen ze wat op hun rug, besnuffelen elkaars benen of grazen.

Laatst is een van de twee gestorven. Van ouderdom. De achtergebleven hengst is ontroostbaar. Dat zie je, daar hoef je geen paardenkenner voor te zijn. De man komt vaker, het eenzame paard wordt langzaam weer de oude. Niet meer van economisch nut, toch vertroeteld tot de dood. Je zou het alle mensen gunnen. Daarom wil ik ze hier noemen: man en paard.

Door Bas van der Hoeven